In de kast staat een Indiaas kookboek, waar ik niets uit durf te eten. Geen curry’s, geen chapatti’s, geen rijst. Mijn horizon reikt niet veel verder dan mijn eigen voordeur. In alles wat ik doe probeer ik structuur en controle aan te brengen. Had ik ooit kunnen bedenken dat ik slechts een paar jaar later door India zou reizen, hongerig naar de omgeving, de mensen en verlangend naar het waanzinnige eten? Samen met mijn vriend zal ik -voor de tweede keer in iets meer dan een jaar- naar India vertrekken. We hebben geen plan, geen hotel, geen vervoer en heel veel zin in avontuur.
Het contrast met Nederland is vanaf het allereerste moment overweldigend. Het verkeer is een absolute chaos, met wegen waarop alleen het recht van de sterkste geldt. Toeterende auto’s, bedelende kinderen, rochelende, spugende en oververhitte chauffeurs en altijd kalme koeien die rustig op de weg gaan liggen. De geur van verbrand plastic, kruiden, mango’s, afval, chai-thee dringt onze neusgaten binnen. We zijn er!
Zelfs nu ik mijn eetstoornis al een aantal jaar achter me gelaten heb, is het soms best lastig me over te geven aan de onzekerheid waar we hier mee te maken krijgen. In India weet je het nooit zeker, betekent ja soms nee en andersom, en moet je er vaak blind op vertrouwen dat het zelfs in die grote gekte uiteindelijk wel goed zal komen. Hoewel we weten dat we goed moet letten op wat we wel en niet eten, hebben we binnen een paar dagen allebei een voedselvergiftiging te pakken. Ik herinner me een therapiesessie waarin ik een lijst maakte van producten die ik het allermoeilijkst vond om te eten en drinken. Bovenaan die lijst vonden cola en wit brood een prominente plek. Hier in India is het op dat moment het enige waar ik trek in heb en wat ik binnen kan houden. Drie dagen lang eet ik weinig anders dan dat, dankbaar dat ik mijn angst voor bepaalde voedingsmiddelen jaren geleden overwonnen heb.
Met de bus, taxi en trein reizen we van stad naar dorp, zonder te weten waar we precies terecht zullen komen. Zodra we ons wat beter voelen duiken we ook weer volop in het eten en drinken. Met stip op nummer één staat voor mij de mierzoete chai-thee, een gekruide thee met melk en veel suiker, die ze hier op elke straathoek in piepkleine bekertjes verkopen. Ik ontbijt met paratha’s, een soort hartige Indiase pannenkoek. In de snijdende hitte blussen we onszelf met ijskoude lassi’s, een soort fruitmilkshakes met verse mango, papaya of banaan. Bij de lunch en het avondeten bestellen we soms blind van de kaart een gerecht: aloo ghobi, roti, chowmein, thukpa, momo’s, biryani, pulao, samosa, thali. Soms is het waanzinnig lekker, en soms hebben we na een paar happen genoeg gehad.
Geen controle, geen plan, geen invloed. Het gebeurt me een aantal keer dat ik smachtend een bruine boterham met pindakaas bestel om vervolgens een witte boterham met honing te krijgen. Ik laat me meeslepen in de bewegingen van het land, die af en toe niet te volgen zijn. Als het me even te veel wordt ga ik op bed liggen, neem ik een moment voor meditatie of yoga of schrijf ik een stuk in mijn dagboek. In dit land kan ik alleen maar vertrouwen op mijzelf, en op mijn lieve vriend met wie ik dit avontuur aangegaan ben. Ik vraag me af of ik me ooit zo sterk, flexibel en vol vertrouwen gevoeld zou hebben zonder het overwinnen van mijn eetstoornis? In dit spirituele, rauwe, keiharde land voel ik me dankbaar voor mijn verleden en de lessen die ik tot nu toe heb mogen leren.
We zijn inmiddels net weer thuis en proberen voorzichtig te landen in het rustige, schone, mooie Nederland. Het voelt nog even onwerkelijk, maar ik weet inmiddels dat alles vanzelf weer op z’n pootjes terecht zal komen. Wat je nu nog niet durft te dromen kan morgen realiteit zijn. Ik blijf oefenen in vertrouwen, lief hebben, durven en dromen!
Naast mijn therapie bij Human Concern heb ik altijd veel steun gevonden in yoga en meditatie.
Regelmatig geeft Nina een yogaworkshop voor Human Concern. Houd hiervoor de agenda of onze Facebookpagina in de gaten.