Skip to main content
search
Blogs

HC blog Ervaringsprofessional Sandra: Emoties – Openen

By 31 mei 2015No Comments

Ze heeft me de vraag zo dikwijls gesteld: “Vertel me dan wat er is, wat maakt je nu zo verdrietig, waarom ben je zo stil, wat houdt je bezig? Vertel het me maar.. ”

Ik zweeg, klemde mijn armen nog wat strakker om mijn opgetrokken knieën en staarde minutenlang voor me uit. Zij zat naast me, hand op mijn arm, geduldig wachtend. Van binnen raasde het op die momenten: “Zeg dan wat! Doe dan wat! Nu is er iemand die lief doet, praat! Vertel! Nog drie keer ademhalen en dan zeg je het. Nee, ik tel tot tien en dan zeg je iets. Straks is ze dit zat. Praat nou gewoon!!”

Vanbinnen herrie. Van buiten bleef ik stil. En dat deed ik honderden keren. Met al dat zwijgen van mij is het een heus wonder dat ze nog steeds mijn vriendin is. Ze leerde me kennen in het diepst van mijn eetstoornis, ergens in september 2005 en heeft me in die periode muurvast zien zitten en me in de jaren erna los zien worstelen, mij de overstap van Overleven naar Leven zien maken. Zij was getuige van vele kleine stapjes, zowel voor- als achteruit. En ondanks dat ik vrijwel nooit écht kon vertellen hoe het diep van binnen was, of wat er speelde, was zij er, in vol vertrouwen dat er ooit wél een moment zou komen waarop ik zou praten, huilen, delen en uiteindelijk Leven. Dat volle vertrouwen, dat deed ‘t ‘m voor mij. En volgens mij voor velen die bij Human Concern in behandeling zijn en datzelfde grote vertrouwen krijgen van hun therapeut.

Ik wilde wel. Echt. Ik wilde ontzettend graag niet meer alleen-zijn, verbinding voelen, gehoord en gezien worden. Ik wilde dolgraag vertellen over de monsters in mijn hoofd, de eenzaamheid, de angsten en de lelijkheid. Ik wilde niets liever dan licht laten schijnen over die duisternis. Ik was echter te bang dat, als ik eenmaal in de buurt zou komen van dat zwarte, het me zou overspoelen, zou meesleuren en het echt allemaal niet meer goed zou komen. Ik was te bang het niet aan te kunnen en dus bleef ik er maar van weg. En hield ik vooral anderen daar ook maar ver van weg. Voor de zekerheid. Ik had jarenlang zoveel opgespaard vanbinnen, dat de brei te groot was geworden. Zelfs al zou ik wel de moed hebben om er iets over te zeggen, dan zou ik niet weten hoe het te verwoorden. Ik wist zelf ook de weg niet meer in mijn doolhoven.

Mijn eerste stapjes in het mezelf openstellen naar anderen heb ik in contact met haar gemaakt. Door met haar af te spreken dat ik een smsje zou sturen als ik me rot voelde, zonder dat ik dan hoefde uit te leggen waarom en zij zou er niet naar vragen. Wat later schreef ik eens een email, of een uitgebreider smsje. En langzaam, heel langzaam kreeg ik wat meer ervaring en dus ook wat meer vertrouwen in het delen. De wereld verging niet, zij liep niet weg, ik kon de weg terugvinden uit mijn eigen doolhoven. Er kwam vertrouwen , op twee vlakken: vertrouwen in de Ander, maar ook vertrouwen in Mezelf. Zij kon het aan en ik ook. (Klinkt eenvoudiger/mooier dan het was hoor, duurde jaren. En oogsten doe je pas achteraf, maar het gebeurde wel!)

Hoe meer ik deelde, hoe kleiner ‘de brei’ werd en daarmee ook overzichtelijker. Ik voelde me niet meer ‘vaag onrustig om eigenlijk niks bijzonders’, ik leerde benoemen dat ik verdrietig was omdat de eetstoornis vakanties verpestte of dat ik boos was omdat mijn studiegenoot het had laten afweten. Heel langzaam leerde ik de verschillende emoties kennen en ook hoe ik deze kon verwoorden naar mezelf en anderen. Zo werd de zwarte brei minder beangstigend en durfde ik er zelf wat meer naar te kijken en anderen daarin mee te nemen.

Inmiddels zijn we jaren verder. Net als mijn nooit-eetgestoord-geweest-zijnde-medemens voel ik uiteraard regelmatig dingen die me aanvliegen, me intens beangstigen, razend boos maken of vreselijk verdrietig. De ene keer golft het voorbij, de andere keer jank ik, app ik mijn hele ziel en zaligheid naar een vriendin of stap ik op de fiets. Om er eerst nog heel hard van weg te willen fietsen, maar daarna te merken hoe goed het uitwaaien mij én de emotie doet.

De meest ingewikkelde momenten zijn de momenten waarop ik boos ben, omdat ik verdrietig/boos/bang ben, oftewel, als ik mezelf weer even niet wil toestaan om te voelen wat ik voel. Alles vertaalt zich dan naar boosheid naar mezelf en heb ik weer even zicht op de donkere doolhoven van toen. Ik ga er niet meer in. Het hoeft niet meer. Zolang ik er weer voor kies om te laten zijn wat er is en mezelf toesta te voelen wat ik voel, heb ik ze niet meer nodig – en heb ik ook de eetstoornis niet nodig – en kan ik delen wat ik wil en met wie ik wil. Omdat dat 1000x fijner is dan die eetstoornisdoolhoven.


Sandra van den Oever
Human Concern Ervaringsprofessional

Leave a Reply

Close Menu