Het is ergens halverwege september. De datum ben ik kwijt. Het doet er ook niet toe, ik heb vakantie, drie heerlijke weken, en heb mijn agenda en dus het besef van data totaal niet nodig. Sterker nog, het kost me enkele seconden om te bedenken dat het maandag is. Ik weet nog dat ik mijn therapeut ongelovig aankeek als ze me zei dat ik ooit weer zou vergeten wat ik op een dag had gegeten, of niet meer vanuit intens verlangen of pure angst van eetmoment naar eetmoment toe zou leven en dus de tijd zou vergeten. Ze had gelijk. Als ze me had verteld dat ik nog eens aan haar zou denken, terwijl ik tijdens mijn huwelijksreis in Portugal, liggend op het strand, een column schrijf voor Human Concern, had ik haar ontslagen. Alsof. Het. Ooit. Goed. Zou. Komen. Met. Mij. Haha. Ha. Ha..
Het is dus maandag, uurtje of… eh… tien, of elf, en ik slenter over het strand, schelpen zoekend. Niks is mindfuller dan dat, heel erg Hier&Nu. Mijn wereld reduceert zich tot een vierkante meter, een heel klein en overzichtelijk Hier, en mijn aandacht is alleen maar bezig met ‘Waar Ligt Een Grote Schelp Die Ook Nog Helemaal Heel Is?’. De enige regel in dit spelletje is dat de Grote Schelpen nog helemaal heel moeten zijn. Geen barstje, scheurtje, afgebroken stukje. Een beetje perfectionisme raak je nu eenmaal nooit kwijt.
Schelpen zoeken dus. Half september, in Portugal, het land wat steeds meer ruimte in mijn hart verovert. Ik groeide op aan het strand, nog voor het hele eetstoornisgedoe & ongelukkig zijn begon. Strand is thuis, is veilig, is ik, is even niet meer alert, is loslaten. Ik ben een strandmeisje en strandmeisjes worden ultragelukkig van de Portugese stranden; warmer, blauwere zee, grotere schelpen.
Het fijne van schelpen zoeken en mijn aandacht op die vierkante meter vestigen, is dat mijn gedachten lekker vrij kunnen fladderen. En ineens dacht ik aan een trommel. Of een bak. Ik weet het niet precies. Als klein meisje had ik een schelpenverzameling. Ik kan me niet meer herinneren dat ik ze zocht, weet ook niet meer welke schelpen ik had, of ik ze liet zien aan anderen, of ik toen ook al ging voor alleen de perfecte, ik weet alleen nog dat ik ze opborg, heel zorgvuldig in een blik, en waar dat blik stond; links onder mijn bed, verstopt onder de stapel spelletjesdozen. De herinnering zit ‘m vooral in dat dat van mij was, mijn schatten, mijn stukje van mezelf. Ik was er zuinig op.
De jaren van mijn eetstoornis
In de jaren van mijn eetstoornis zocht ik geen schelpen en was ik ook vrijwel nooit op het strand te vinden. Alle stukjes zelf waren kwijt. Ruim tien jaar was ik verdwaald, ver weg bij het strand en mijzelf. Ik verzamelde geen schatten meer, speelde niet meer, maar overleefde. Ik had jarenlang een eetstoornis en leefde het leven van een gevangene, veilig opgesloten achter mijn zelfbedachte tralies. Er was geen tijd voor spelen, lachen en leven.
Dat Leven werd mijn doel. Van Overleven naar Leven, dat wilde ik. Leven, met hoofdletter L. Het bijzondere is dat ik dankzij die eetstoornis nu op het strand in Portugal rond struin. Door al diverse keren vanuit ervaringsprofessionaliteit te hebben mogen werken in de klinische behandeling maakte ik kennis met Portugal, brengen we onze vakantie hier door en dromen we zelfs al voorzichtig over een vakantiehuisje voor later. Er wordt gedroomd en geleefd, ten volle. Gelachen, gespeeld, de tijd wordt vergeten, schatten worden verzameld. Het is goed zo.
Vijfentwintig jaar geleden speelde ik met mijn bodyboard in de golven en had ik een schelpenverzameling, welke ik zorgvuldig bewaarde in een donker hoekje onder mijn bed. Ik was een kind, speelde en verzamelde schatten. Datzelfde kind voel ik nu weer als ik, verrukt omdat ‘ie nog helemaal heel is, een schelp opraap uit het warme zand en als ik, al is het helaas nu zonder bodyboard, met een golf mee duik richting kust. En opnieuw ben ik dankbaar, zo dankbaar voor het kind dat er weer is, er weer mag zijn, en de schelpen die niet meer in een donker hoekje bewaard hoeven te worden, maar een ereplekje krijgen in mijn huis.
Over zes nachtjes begint er weer een maand werken in Portugal. Een maand waarin ik weer mee mag reizen met tien anderen die nog niet kunnen geloven dat het ooit anders en beter wordt, dat ook zij de tijd zullen vergeten en zullen gaan spelen. Een reis waarop ik mee mag strijden, schelden, vechten, maar vooral een reis waarin ik hoop dat we veel mogen spelen, lachen, dansen, zingen – mogen proeven van het Leven.
Omdat het goed kan komen.
Aldus deze vers getrouwde vrouw.
Sandra van den Oever
Ervaringsprofessional (ervaringsdeskundige Therapeut) bij Human Concern