Vroeger had ik een hekel aan zondagen; zondagen waren van die dagen waarop alles stil moest, rustig moest, bij elkaar moest, saai moest. December ervoer ik als een maand overvol met van die (zon)dagen, er kwam geen eind aan. Ze noemden het ‘de feestmaand’ – Voor mij was het meer een straf maand, één waarin ik 31 dagen mijn adem inhield en op tenen liep. Een feestmaand, zonder bonje, waarin we het leuk hielden en allemaal iets deden wat te maken had met een goede wil en knetterende haardvuurtjes on the side. De kerstboom had een plastic voetsteun. Dat vonden ze handig, ik vond het suf.
We speelden Risk in mooie kleding. Ik veroverde 1 werelddeel en schakelde een leger uit, waarna ik wegkroop in wat ik veroverde, weg van wat was, waar ik wachtte tot het voorbij was.
Mijn ‘freeze-stand’ ging aan, buiten vroor het mee (toen nog wel). We aten ijs als toetje, ik hield het leuk, maar niet van ijs. Pak me dan, als je kan.
Het staat voor de deur, de feestmaand. Een maand van loslaten en vasthouden, koesteren, herinneren. Een maand van samen zijn, samen eten en verbinden. Een moeilijke maand, voor velen. Vooral als je een eetstoornis hebt, want iedereen ziet je, zittend op elkaars lip, in mooie kleding, wanneer jij je naar je achterdeurtje probeert te begeven als kerstgang nr.6 zich laat opdienen.
Je probeert de sfeer goed te houden, want het is immers kerst en dat hoort samen te gaan met rust en vrede.
Met je adem in en op je tenen, red je het nét om je achterdeurtje koest te houden tot het voorbij is. Maar niemand ziet hoe jij de prijs van eenzaamheid betaald.
Ik leerde dat december veel minder moeilijk is als je je adem niet inhoudt en niet zo hard je best doet voor die goede sfeer. Je hoeft de prijs van eenzaamheid niet te betalen, want je mag ademen en delen over dat wat jij beleeft en voelt. Je mag delen over hoe jouw eetstoornis aan je trekt, ook nu, juíst nu. Ga op je voeten staan, kijk om je heen, adem diep, je mag er zijn met alles wat er is.
Ik loop de feestmaand tegemoet. Zonder ‘freeze-stand’, wetend dat ik ijs mag weigeren als toetje omdat ik er niet van houd en dat ik geen kerstbomen wil met plastic voetsteunen.
Dat ik de tijd wil, met jou, met ons, voor ons, voor mij. Niet alleen nu, ook dadelijk, straks en als het lente wordt.
Als ik je niet meer zie voor het nieuwe jaar, ik denk aan je. Omdat ik me herinner wat ik loslaat, vasthoud en koester. Vooral in december, waarin ik altijd wat stiller word –
Jory Jagtenberg
Ervaringsprofessional Human Concern