‘Je moet loslaten wie je denkt te moeten zijn en accepteren wie je werkelijk bent.’ Het klonk zo fijn wanneer mijn therapeute dit tegen mij zei. Ik wilde daar dolgraag heen, naar dat ‘werkelijk zijn’, los van wat ik zo krampachtig vasthield. Maar hoe moest ik dat doen als ik geen idee had wie ik werkelijk was en dat wat ik vast hield zo hard nodig had?
Foto van Jory tijdens Be-LeeF! in Portugal.
Ik moest op onderzoek uit, maar waar moest ik beginnen? Wat ik het meest miste om van start te gaan met mijn onderzoek was ‘moed’. Moed geeft je de mogelijkheid om op een liefdevolle manier je eigen verhaal onder ogen te zien. Ik wilde alleen selectief mijn eigen verhaal onder ogen zien. Ik wist toen nog niet dat je het leven niet selectief kan benaderen; als je de duisternis dempt, demp je ook wat licht is.
Ik had hulp nodig, iemand die naast me bleef staan en met me meeliep terwijl ik zwom in een water vol angsten en monsters, zoals een zwemjuf met zo’n haak (‘voor-sluit, achter-sluit’). Langzaam ontwikkelde ik het vertrouwen om mijn zwemjuf met haak liefdevol naar mijn verhaal te laten kijken; ik liet haar toe in dat wat voor mij duister was en leerde voorzichtig moedig zijn.
De moed die ik in mijzelf ging ontdekken herkende ik uit mijn kindertijd. Ik herinnerde me eigenschappen die ook als kind bij mij waren. Eigenschappen die niets te maken hadden met het goed willen doen in de ogen van de ander of perfect willen zijn; er werd iets aangeraakt wat nooit was opgehouden te bestaan, maar waar ik door omstandigheden afstand van had genomen, afstand van de eigenschappen die mij mij maakte. Het maakte zich kenbaar als een soort van sprankje wat ik voelde.
Ik ontmoette de ontdekker en avonturier, zij die van onbegane paden hield en het (ont)spannend vond te verdwalen om zichzelf een ontdekkingsreiziger te wanen. Zij die graag alleen was, fantaseerde en verhalen bedacht. Zij die niet bang was om mensen heel dichtbij te laten komen, maar juist zo goed was in verbinden. Ik ontmoette mijzelf in dat water vol angsten en monsters. Angsten veranderden in uitdagingen en monsters veranderden in kwetsbaarheid. Ik leerde dat ze erbij hoorden en dat ik ze niet hoefde te bevechten of te verslaan. Ze waren er niet op uit mij iets kwaads te doen, ze wilden me alleen maar vertellen dat ik iets heel belangrijks had achtergelaten onderweg. De ruimte en veiligheid in mijzelf groeide waardoor ik nieuwsgierig werd; ik wilde mezelf ontdekken, los van wie ik dacht te moeten zijn.
Ik heb leren zwemmen en geleerd dat je kwetsbaar opstellen lang niet zo gevaarlijk is als liefde, verbondenheid en geluk opgeven. Mijn moed is hersteld; ik kan op een liefdevolle manier mijn eigen verhaal onder ogen zien en ben dankbaar dat ik anderen nu kan en mag helpen met hun onderzoek, hen mag helpen in het herstellen van hun moed. Ik voel warmte voor de verhalen van onze cliënten, het maakt me nieuwsgierig, ik wil in die verhalen op ontdekkingsreis, op zoek naar (kind)eigenschappen die, vaak om hele goede redenen, op afstand zijn gezet maar essentieel zijn om de werkelijke verbinding met jezelf te herstellen. Eigenschappen die jou jou maken.
Ik ben ervan overtuigd dat, wanneer die werkelijkheid in jou geraakt wordt, er altijd sprankjes voelbaar zullen zijn die je vertellen dat het goed is, zonder dat je precies hoeft te weten waarom.
Want wat zeker is; sprankjes liegen nooit –
Jory Jagtenberg
Ervaringsprofessional Human Concern