Er verschijnen steeds meer webapplicaties, mobiele apps en draagbare gadgets op de markt die zijn bedoeld om mensen te helpen hun eetgewoonten te verbeteren, meer te bewegen of hun fitnessprestaties te verhogen. Soms worden deze ook gebruikt door mensen met een eetstoornis, die vaak al een moeizame relatie hebben met hun eigen lichaam. Waarom zetten we deze apps in? Waarom kunnen of durven wij niet meer te vertrouwen op de signalen die ons lichaam afgeeft?
Door Joke van Scheers, coördinator Voedingsbegeleiding bij Human Concern
Heb je in de natuur wel eens olifanten gezien met een hartslagmeter, apen zien slingeren met een stappenteller om een poot, een kolibrie zijn voedselintake zien berekenen in een app? Nee, want zij hebben dat niet nodig. Zij vertrouwen op hun instinct en hebben een gezond gewicht. En zij weten onbewust: de foutmarges van die methodes zijn vaak groot. Stappentellers tellen de verkeerde bewegingen als stappen, slaapmeters missen periodes waarin de gebruiker wakker is maar nauwelijks beweegt en de berekening van zowel geconsumeerde als verbrande calorieën is eigenlijk slechts een ruwe schatting. Ook het door slimme weegschalen gemeten vetpercentage kan flink afwijken.
In sommige gevallen kan het inzetten van een van deze methodes zinvol zijn: het kan bijvoorbeeld inzicht vergroten. Maar zeker als je een eetstoornis hebt, is het gevaar aanwezig dat het gebruik hiervan obsessief kan worden en een negatieve invloed kan hebben op je gedrag waarmee je je herstel in de weg staat. Het is niet voor niets dat we binnen Human Concern bij de voedingsbegeleiding veel aandacht besteden aan het ‘op gevoel’ leren, durven en kunnen eten. En daarbij heb je over het algemeen alleen jezelf nodig en moet je niet afhankelijk zijn of worden van een app op je telefoon.
Lees meer over voedingsbegeleiding bij Human Concern.