Ruby is 27 jaar, woont samen met haar vriend in een prachtig oud pand aan de rand van het stadshart van Utrecht. Ze is een sterke en energieke vrouw, een harde werker en een doorzetter. Ruby weet wat ze wil en wat ze leuk vindt en gaat geen uitdaging uit de weg. Ze zit vol ambitie, maar hecht ook veel waarde aan rust en tijd voor zichzelf. ‘Balance is key’. Het leven van Ruby kent pieken, maar ook diepe dalen. Een weg vinden in omgaan met de moeilijke gebeurtenissen viel haar zwaar. Toen de dalen te diep werden, en Ruby met een overvloed aan zeer pijnlijke gevoelens moest dealen, ontwikkelde zij de eetstoornis anorexia nervosa. Dit is Ruby’s verhaal.
“Ik was een vrij en vrolijk kind, wilde graag de wijde wereld in, op ontdekkingsreis en nieuwe mensen leren kennen. Ik deed aan hockey en zat op school in allerlei commissies. Toen al was ik een streber en ging ik alleen voor het beste resultaat, ik wilde altijd hoge cijfers halen. Vriendjes en vriendinnetjes had ik in overvloed, ik kon goed mijn draai vinden in verschillende groepen. Maar een-op-een met vrienden en vriendinnen afspreken was niet mijn ding, het kostte me veel energie. Ik had veel tijd voor mezelf nodig en was graag thuis, daar kwam ik tot rust. Ik vond het heerlijk om lekker in huis te hangen, creatief bezig te zijn, een boekje te lezen of spelletjes te spelen met het gezin. Iets wat we veel deden.”
Spanningen in huis
“De eerste barsten in mijn fijne en veilige gezinsleven begon ik op te merken rond mijn achtste jaar. Mijn zusje was toen net geboren. Er ontstonden veel spanningen tussen mijn ouders. Het was het begin van een onzekere tijd. Mijn ouders zouden gaan scheiden, en toen toch weer niet. Ik kon niets aan deze situatie doen maar ik had het gevoel dat wel te moeten. Dat deed ik door te pleasen. Ik maakte bijvoorbeeld het huis schoon en netjes voordat mijn moeder thuiskwam van haar werk en suste mijn broertje en zusje zodat mijn vader niet boos zou worden. Mijn moeder stelde binnenshuis hoge eisen. Alles moest op een bepaalde manier, op haar manier. Haar manier was ook nog eens tegenstrijdig: de ene keer moest er van alles en de andere keer moest er helemaal niets. Ik voelde me hierdoor onzeker en wist niet waar ik aan toe was. Ik wilde heel graag mijn ouders blij en gelukkig maken en mijn broertje en zusje beschermen tegen de spanningen en nare sfeer, hierbij cijferde ik mezelf en mijn eigen gevoelens en behoeftes zoveel mogelijk weg.”
Over alles controle proberen te behouden
Ruby’s studententijd begon na een tussenjaar. Ze was twee keer uitgeloot voor de studie Geneeskunde en besloot Farmacie te gaan studeren. Ze verhuisde naar de bruisende studentenstad Utrecht en ging op kamers in een huis met negen huisgenoten.
“Geweldig vond ik het studentenleven: keihard studeren, maar ook veel feesten, borrels en gezelligheid. Ik was actief lid van een studentenvereniging. In mijn tweede jaar zat ik zelfs in een barcommissie en moest ik twee keer in de week tot in de vroege uurtjes werken. Maar, dat was wel mijn beste jaar van mijn studie, ik haalde hoge cijfers. In het weekend ging ik naar ‘huis’. Tot frustratie van mezelf kon ik thuis niet loslaten, ik moest controle over de situatie daar behouden. Rustig een keer een dagje op de bank hangen in Utrecht zat er niet in. Thuis gingen mijn moeders stemmingen heel erg op en neer. Mijn ouders hadden besloten definitief te gaan scheiden en mijn moeder was er kapot van. Na dat nieuws ging het bergafwaarts met haar. Op een avond in september was mijn moeder zomaar vertrokken. We wisten gelijk dat het foute boel was en gingen samen met de politie zoeken. We hadden overal gezocht maar konden haar niet vinden. Die nacht sliep ik bij mijn vader thuis. De volgende ochtend ging de deurbel, ik voelde gelijk dat het helemaal mis was: mijn moeder was overleden.”
Leven volgens een uitgestippeld pad
Ruby leefde haar leven altijd volgens een uitgestippeld pad in haar hoofd: eerst succesvol haar bachelor afronden, vervolgens een master en daarna een mooie baan zoeken. Tijdens haar bachelor had ze maar een keer een herkansing gehad. Haar studie verliep zoals ze dat voor ogen had en dat wilde ze graag zo houden. Tegelijkertijd wilde ze ervoor zorgen dat het in haar ouderlijk huis beter zou gaan zodat ze hen meer kon loslaten. Na de dood van haar moeder probeerde ze haar oude leventje zo gauw als mogelijk weer op te pakken, zodat ze zich kon houden aan de plannen die ze voor ogen had.
“Een week na het overlijden van mijn moeder zat ik alweer in de collegebanken. Het was bijna tentamenweek en ik was aan het stressen over hoe ik het allemaal ging doen. Al mijn alarmbellen gingen af: ik moest en zou presteren en niet van mijn uitgestippelde pad afwijken. Ik wist niet wat rouwen inhield en mijn rol in mijn gezin veranderde. Waar ik eerst altijd naar ‘huis’ ging om te zorgen, was ik nu niet meer nodig. Mijn vader, broertje, zusje en ik praatten niet met elkaar over de dood van mijn moeder omdat we elkaar wilden beschermen, bang waren om elkaar te verliezen en liever de vrede binnen het gezin wilden bewaren. Het grote gevoel van gemis van mijn moeder kon ik dus niet delen. Hierdoor voelde ik me eenzaam en begon ik me te isoleren. In plaats van naar ‘huis’ te gaan in de weekenden, bleef ik in mijn kamer in Utrecht. Sporten bracht me ontlading, afleiding en ik viel ervan af. Mijn omgeving reageerde positief: ‘Goh Ruby wat zie je er goed uit!’.”
Door anorexia hoefde ik niet meer te voelen
“Alleen sporten als afleiding was niet genoeg meer. De pijn van binnen was te groot en te aanwezig. Ik vond een manier om mijn gevoel, en dus die pijn af te vlakken: door niet te eten. De confrontatie met mijn pijn, verdriet en frustraties hoefde ik nu niet meer constant aan te gaan. Ik leefde in mijn eigen bubbel en ik vond het heerlijk. Ik focuste me op het ‘niet eten’ en voor andere dingen, zoals mijn sociale leven, had ik geen energie meer. Praten met vrienden, vriendinnen en familie over wat er speelde lukte me niet, ik wist zelf niet eens wat er met me aan de hand was. Toen de moeder van mijn vriend ernstig ziek werd kwam er nog een extra lading van moeilijke gevoelens bij. De pijn van binnen werd zo groot dat mijn eetstoornis het roer compleet overnam. De controle die ik zelf altijd wilde houden had nu mijn eetstoornis. Alles ging voor mijn gevoel relaxter. Het opgejaagde gevoel wat ik altijd had en de hoge eisen die ik altijd aan mezelf stelde, waren er niet meer. Ik kon alles even loslaten en vertrouwen op mijn eetstoornis, zij leidde mij en wist wat ik moest doen.”
Maar, ik wilde leven!
“Hoe groter mijn eetstoornis werd, hoe lager mijn energielevel. Ik kon op een gegeven moment niks meer. Ik lag de hele dag thuis op de bank. Op dat moment besefte ik me pas dat ik ziek was. Ik was heel ongelukkig, mijn hoofd vulde zich met giftige gedachtes die zeiden dat ik er niet meer hoefde te zijn. Ook begon ik, na een lange tijd niets gevoeld te hebben, weer dingen te voelen. Namelijk: angst. Ik was als de dood om mezelf te verliezen. Dat de laatste restjes van mij naar de eetstoornis zouden gaan. Dat was voor mij het omslagpunt: dit kan zo niet langer. De vlam in mij ging aan, ik wilde leven.”
Ik koos voor herstel
“Via een vriendin kwam ik in aanraking met Human Concern. Ik ging eerst in ambulante behandeling. Dit werkte niet voor mij: een uurtje behandeling per week kon ik gemakkelijk in mijn strikte schema laten passen, waardoor ik alsnog alles precies zo kon doen als ik voor ogen had. Daarom kwam ik al vrij snel in aanmerking voor de klinische boost-behandeling Be-LeeF! in Portugal, wat voor mij inhield: 28 dagen lang verblijven op een onbekende plek ver weg van huis en geen controle over de dag invulling hebben. Kiezen voor deze eetstoornis behandeling was heel moeilijk voor me, maar uiteindelijk wel het beste wat ik had kunnen doen. Voor het eerst in mijn leven deed ik iets voor mezelf. Tijdens Be-LeeF! moest ik even helemaal stil staan en kon ik me niet houden aan mijn uitgestippelde pad. Mijn eetstoornis ging niet over (niet) eten, maar over al mijn onderliggende pijn en problematiek waar ik tot aan dit punt in mijn leven nog niet mee om kon gaan. Ik hou van uitdaging en vind het prettig als mensen op een directe manier met me communiceren. Dat voelden de ErvaringsprofessionalsÒ haarfijn aan. Ik kreeg inzicht in mijn gedrag en kwam mezelf flink tegen. Ik leerde dat ik bij mezelf mag blijven en niet de dingen op dezelfde manier hoef te doen als anderen. Ik besefte me dat ik niet met iedereen bevriend hoef te zijn. De ErvaringsprofessionalsÒ lieten mij inzien dat ik zelf de regie had in mijn behandeling. Dat gaf me de kracht om er helemaal voor te gaan. Om te kiezen voor herstel.”
Leren praten
“Er is een hele sterke en hechte band in ons gezin die is ontstaan door alles wat we hebben meegemaakt. We hebben elkaar altijd proberen te beschermen, maar praten over onze gevoelens konden we niet. Bij Human Concern worden naasten betrokken in de behandeling door onder andere systeemtherapie. Door systeemtherapie leerde ik met de mensen om wie ik het meest geef te praten, wat voor mij uiteindelijk de oplossing bleek. Therapeute Corien vroeg tijdens de sessies door en brak moeilijke onderwerpen open. Hierdoor hebben we geleerd elkaar beter te begrijpen en weten we hoe we met elkaar over dingen kunnen praten.”
Ik doe, ik durf & ik droom
“Langzaam maar zeker krabbelde ik op. Ik kon van mijn eten genieten en gunde mezelf soms zelfs iets lekkers. Sinds een lange tijd hoorde ik de vogels buiten weer fluiten, wat een contrast met toen ik diep in mijn eetstoornis zat en alles zo zwart en zwaar aanvoelde! Ik heb geleerd om met lastige gevoelens om te gaan en ik ben gaan accepteren dat sommige dingen er zijn. Zoals de onrust in mijn lichaam die ik soms voel. Het gemis van mijn moeder blijft, maar ik weet dat ik het er mag laten zijn en kan het daardoor beter een plek geven. Het leven in schema’s heb ik losgelaten, ik heb ingezien dat het onmogelijk is om over alles controle te houden. Ik ben vrijer en meer in het nu aan het leven en durf zelfs over de toekomst te dromen.
Ik hou van mijn eigen leventje, lekker thuis zijn en doen waar ik op dat moment behoefte aan heb. Maar ik hou ook van uitdaging, mijn leven moet niet saai worden. Ik haal veel uitdaging en voldoening uit mijn werk, in mijn baan kan er van alles op mijn pad komen. Ik ben laatst twee maanden naar Italië geweest voor mijn werk. Nieuwe mensen ontmoeten en eten bij Italiaanse families, geweldig vond ik het! Maar, ik bewaak goed mijn grenzen. In de weekenden ging ik bijvoorbeeld ook wel eens alleen op pad, dan reed ik naar een klein dorpje toe om daar rond te kijken of ging ik lekker naar het strand. Ik heb die tijd voor mezelf nodig. Nu durf ik te voelen en naar mijn gevoel te luisteren. Ik heb balans gevonden in mijn leven.”