Inge (29) was op jonge leeftijd al bezig met springen na het eten en de trap op en af rennen. Dat daar een eetstoornis achter zou zitten, had de toen achtjarige nog helemaal niet door. Pas toen ze klaar was met de middelbare school diagnosticeerde de huisarts haar met anorexia nervosa. Vanaf toen ging het bergafwaarts. Vele jaren en (gedwongen) opnames verder kwam ze uit bij Human Concern. “Human Concern gaf mij eindelijk weer de hoop om voor herstel te kiezen”.

Inge is de jongste in een gezin van vier meiden. “Voor ons was dat altijd feest, maar voor mijn ouders iets minder” lacht ze grappend. ‘’Het was een drukke boel thuis’’. Toen Inge elf jaar was, besloten haar ouders te scheiden. Haar vader emigreerde naar Canada en Inge bleef samen met haar drie oudere zussen bij haar moeder wonen. Het feit dat haar vader zo ver weg was, was niet altijd makkelijk. “Als kind is je vader toch een voorbeeldfiguur, ik vond het daarom best moeilijk dat hij er niet was en we alleen contact hadden via msn.” Inge voelde zich op dat moment heel alleen, ook omdat ze dacht dat haar zussen makkelijker omgingen met het vertrek van hun vader. “Het voelde thuis alsof ik de enige was die papa hooghield en iedereen een beetje tegen mij was”. Pas later begreep ze de situatie van haar zussen, toen ze naar eigen zeggen in ging zien wat voor een persoon hun vader bleek te zijn. “Het was toentertijd een lastige man. Gelukkig is de band tussen mijn vader en mij nu weer heel goed en ben ik heel blij dat onze relatie op een positieve manier is veranderd. Maar vroeger voelde ik mij thuis gekleineerd en niet altijd veilig. Dat is voor een kind natuurlijk heel belangrijk om wél te voelen.”

Het ontwikkelen van de eetstoornis

Dat de scheiding van haar ouders invloed had op haar omgang met eten, kwam tijdens de middelbare school aan het licht. “Ondanks dat ik op achtjarige leeftijd al bezig was met springen na het eten en de trap op en af te rennen, at ik wel gewoon nog alles. Mijn moeder kookte en ik had daar geen grip op. Ik denk ook niet dat het toen met eten te maken had. Achteraf gezien was het mijn manier om met mijn emoties om te gaan.” Pas na de scheiding van haar ouders en haar start op de middelbare school ging de focus meer op het eten liggen, een symptoom van de eetstoornis om op een bepaalde manier om te gaan met emoties. “In deze periode ging ik zelf mijn lunch smeren en kon ik zelf de keuze maken dat ik minder boterhammen ging eten en gezondere koeken ging meenemen.”

Niet alleen de scheiding van haar ouders zorgde ervoor dat de eetstoornis ruimte kreeg om te groeien. Inge was iemand die iedereen wilde pleasen. Ze moest het van zichzelf goed doen op school, goed doen bij de volleybal, goed doen bij vriendinnen en goed doen thuis voor haar ouders. “Ik was de hele dag aan het rennen om het goed te doen voor iedereen en om maar niet te voelen wat er écht zat.” Dat wat er daadwerkelijk zat was angst, verdriet en onzekerheid. Niet alleen door de thuissituatie, ook door een zeer nare ervaring die Inge tijdens een vakantie in Turkije heeft gehad op intiem gebied. Hierdoor ging het op de middelbare school van kwaad tot erger. “Alles wat ik meemaakte viel terug op het eten. De restricties werden alleen maar erger, ondanks het feit dat ik nu kan zeggen dat ik toen nog lang niet op mijn dieptepunt zat.”

“Ik zocht iets om met mijn emoties om te gaan”

Toen haar vader in een zomervakantie naar Nederland kwam voor drie weken, kon ze haar worstelingen met eten even loslaten. “Het was echt een super zomer. Mijn zus was net getrouwd, ik had mijn diploma gehaald en papa was in Nederland. Voor mijn gevoel liet ik alles los.” Maar na afloop van die fijne weken sloeg de situatie weer om. “Ik moest mijzelf straffen voor die leuke tijd. Ik moest van mijzelf een week lang weinig eten, maar dat is eigenlijk toen niet meer goed gekomen.”

Dat Inge toen te maken had met een eetstoornis, drong nog steeds niet tot haar of haar omgeving door. “Mijn vader had wel gezegd dat ik weinig at, terwijl ik voor mijn gevoel juist alles liet gaan.” Thuis werd er verder ook niet over gevoelens gepraat en leefden iedereen in het gezin op hun eigen eilandje. Daarnaast, welke puber is niet bezig met gezond eten en het eigen lichaam? Voor Inge was er dus geen reden om aan de bel te trekken voor hulp. Het was uiteindelijk tijdens een bezoek aan haar huisarts voor het uitblijven van haar menstruatie dat ze te horen kreeg dat ze een eetstoornis had. “Ik had natuurlijk nooit bedacht dat ik niet meer menstrueerde doordat ik heel dun was. Ik was dat in mijn ogen namelijk niet.”

 

Van diagnose naar trauma’s

Na de diagnose ging het bergafwaarts. “Ik was toen achttien. Ik had enorme bewegingsdrang en veel restricties rondom eten, waardoor het in korte tijd heel slecht ging. Mijn sociale leven lag volledig stil. Toch gingen er geen alarmbellen bij mij af. Ik was volwassen en moest zélf bepalen of ik hulp wilde. Mijn lichaam bleef functioneren en ik was ervan overtuigd dat ik het zelf kon oplossen.” Pas toen Inge, naar wat het lijkt, hartkloppingen kreeg, werd er ingegrepen door de huisarts en werd de crisisdienst ingeschakeld.

“Het was maart 2010 en ik zou op een dinsdag naar de GGZ gaan voor een bezoek. Sinds die dag ben ik eigenlijk niet meer thuis geweest.” Inge was er lichamelijk zodanig slecht aan toe dat ze gedwongen werd opgenomen op de PAAZ (de Psychiatrische Afdeling van een Algemeen Ziekenhuis), met als doel hier aan te komen in gewicht. Even twijfelt ze of ze wel verder moet vertellen over deze traumatische periode, maar vervolgt: “De dag dat ik binnen kwam zal ik nooit vergeten. Er werd tegen mijn moeder en zussen gezegd dat het feit dat ik nu hier in behandeling ben, niet wil zeggen dat ik er ook uit kom. Heel lang liet het mij koud dat ik er misschien niet meer zou zijn, maar dat komt nu wel echt even binnen”, vertelt ze emotioneel.

“Ik ging erin met een eetstoornis en kwam eruit met een eetstoornis én dwangstoornis”

Wat er volgde waren vier traumatische maanden van sondevoeding, vastgebonden worden in haar bed en tot slot zelfs een isoleercel omdat de instantie het idee had dat Inge manieren had om onder het aankomen uit te komen. “Het is echt zó heftig en traumatisch geweest. Je bent op het meest kwetsbare punt in je leven en dan maak je zoiets mensonterend mee.” Zonder enige psychologische hulp werd haar eetstoornis in deze periode ook alleen maar actiever. “Het voedde mijn eetstoornis alleen maar meer. Ik had al nul procent eigenwaarde, maar dat werd daar alleen maar erger.”

Na vier maanden op de PAAZ volgde Inge direct aansluitend een andere behandeling in een eetstoorniskliniek. “Ook hier lag de focus van de behandeling zo op het aankomen, daar heb ik ook echt geen goede ervaringen mee. Er was wel therapie, maar dat was voor iedereen hetzelfde. Het sloeg gewoon totaal niet aan bij mij. Als ik zo terugkijk ben ik er mét eetstoornis in gegaan, kwam ik er in april 2011 met een eetstoornis en een dwangstoornis uit en deed ik aan zelfbeschadiging.” Ergens begrijpt Inge dat instellingen íets moeten doen om je beter te maken als je er zo slecht aan toe bent. Maar uit eigen ervaring kan ze vertellen dat deze dwangopnames zo mensonterend zijn, dat ze verboden moeten worden. “Je kan er nog zoveel dwangvoeding ingooien en eetlijsten voorschrijven, maar dat voedt de eetstoornis alleen maar. In ieder geval in mijn situatie.”

 

Een nieuwe stap naar passende hulp

Eenmaal weer thuis leek het voor de buitenwereld wat beter te gaan met Inge. De buitenwereld zag dat ze was aangekomen, dus ‘’nu moest wel goed gaan’’ was een vaak gehoorde uitspraak. “Eigenlijk ging het helemaal niet goed. Gelukkig volgde ik op dat moment weer een opleiding die ik heel leuk vond en kon ik mij daar een beetje staande door houden.” Ook leerde ze Richard kennen, inmiddels haar verloofde. “Ik vond het natuurlijk doodeng om hem toe te laten in mijn leven, maar toch heb ik het gedaan. Bij ons beiden kwam geleidelijk aan het besef dat het helemaal niet goed ging, maar aangezien mijn gewicht enigszins acceptabel was, hadden we niet het gevoel dat we direct moesten gaan ingrijpen.” Drie jaar lang voelde Inge de ruimte niet om weer een behandeling aan te gaan. “Ik wilde mijn werk goed blijven doen en ik voelde die enorme angst. De angst door mijn eerdere ervaringen en de angst weer aan de slag te moeten als ik iets wil veranderen.”

Op het moment dat Inge ging afstuderen en op zichzelf ging wonen kwam er toch een keerpunt. “Op de een of andere manier ben ik toen weer heel veel afgevallen. Ik weet nog steeds niet waarom, omdat ik niet minder ben gaan eten toentertijd. Dit deed Richard en mij beseffen dat deze situatie, in combinatie met mijn aanhoudende dwangen niet meer kon.” In 2018 zijn ze samen gaan zoeken naar een nieuwe, maar vooral passende behandeling. Toen Human Concern zich ging vestigen in Tilburg, dichtbij hun woonplaats, wisten ze: dit is onze kans, die moeten we pakken. “En dat hebben we gedaan. Gelukkig maar, want nu zit ik hier!”

Er was ineens zoveel steun.
Ik werd gezien en gehoord.

IngeOud-cliënt bij Human Concern

In behandeling bij Human Concern

De verwachtingen van weer een nieuwe behandeling waren aan het begin nog laag. “Ik had eigenlijk geen hoop meer. Ik zat zo diep in mijn eetstoornis en in mijn dwangen, dat ik er geen vertrouwen meer in had. Dat kwam niet door Human Concern, maar puur door de eetstoornis die mij dat gevoel gaf.” Toch overwon de motivatie voor een betere toekomst samen met Richard en gaf Human Concern haar geleidelijk kracht en erkenning. “Er was zoveel steun ineens, ik werd gezien en gehoord. Ik had toen Richard én de mensen van Human Concern die vertrouwen in mij hadden.” Langzaamaan kwamen er hierdoor kleine scheurtje in de muur die ze door de jaren heen had opgebouwd. “Hierdoor komt er een moment dat je toch hoop begint te krijgen en ervoor gaat.”

De behandeling van Inge was een intense ervaring. “Ik denk dat ik wel een complexe cliënt ben geweest” zegt ze lachend. “Aan het begin heb ik samen met mijn therapeut heel veel gepraat, gepraat en nog eens gepraat. Ik zat zó diep in mijn eetstoornis. Veranderingen waren moeilijk, ik kon en mocht deze niet toestaan van mijn eetstoornis. Net zoals dat het van mijn eetstoornis niet beter met mij mocht gaan.” Ze moest beetje bij beetje iets loslaten, ondanks dat dat veel angst bij haar opriep.

Gedurende haar ambulante therapie kreeg Inge een combinatie van twee methodes binnen de therapie. Niet alleen werden haar trauma’s behandeld door middel van EMDR, ook werden haar meest diepgewortelde overtuigingen omgebogen tot iets positievers. Jarenlang had Inge last van extreme negatieve gedachtes over alles en iedereen en had ze altijd het gevoel dat ze er niet toe deed. Door deze omschakeling in haar hoofd tijdens de therapie is ze gaan inzien dat ze er wél toe doet bij haar omgeving en dat ze er mag zijn. “Dit heeft zoveel voor mij gedaan, mijn overtuigingen klopte gewoon niet meer. Dat was heel raar. Alles wat ik al die jaren altijd dacht en waar ik van overtuigd was, was ineens geen waarheid meer. Ik haatte mijzelf niet meer zoals eerst en walgde niet meer zo van mijzelf als vroeger. Hierdoor zijn er echt openingen ontstaan om mijn eigen identiteit te ontwikkelen en stappen te zetten.”

“Het was heel zwaar, maar het ging wél. Ik kwam er doorheen. Vanaf toen geloofde ik in herstel”

De hulp van de Ervaringsprofessionals is iets wat bij Inge heel hoog staat. “Alle therapeuten waren zo eerlijk en open. Ze deelden hun eigen verhalen en ervaringen, waardoor ik mij niet meer hoefde te schamen voor de stemmetjes in mijn hoofd, het afstraffen… gewoon alles.” Dit zorgde bij Inge voor een eye-opener dat het daadwerkelijk mogelijk is te herstellen van een eetstoornis, ook als je zó diep hebt gezeten. “Soms kon ik ze natuurlijk ook wel schieten als ik thuiskwam” vertelt ze lachend. “Maar als ik er op terugkijk hadden ze gewoon in alles gelijk.”

In 2019 had Inge nog nét dat extra stapje naar herstel nodig en heeft ze de kort-klinische boost-behandeling Be-Leef! in Portugal gevolgd. “Ik deed de hele tijd zo mijn best tijdens de therapieën, maar toch stond mijn dwangstoornis mij nog in de weg.” Tijdens haar verblijf in Portugal merkte ze dat ze sommige trauma’s, waaronder haar nare ervaring op intiem gebied en haar opname in het ziekenhuis, alleen cognitief had verwerkt en niet op emotioneel gebied. “Ik wist dat ik gevoelens en gebeurtenissen wegstopte met mijn eetstoornis en dwangstoornis, maar dat het zó diep zat vond ik heftig.” Tijdens Be-Leef! heeft Inge de dwangen én de eetstoornis in één klap los moeten laten om door die meest diepe dalen te gaan. “Het was heel zwaar, maar het ging wél. Ik kwam er doorheen. Dat is het moment geweest dat ik in herstel bij mijzelf geloofde.”

Op eigen benen staan

Eenmaal terug uit Portugal heeft Inge nog een jaar haar ambulante behandeling bij Human Concern in stappen afgebouwd. Dit gaf haar een heel gek gevoel. “Ik voelde wel dat ik er klaar voor was om losgelaten te worden, maar vond het een heel moeilijk besef dat ik ook zonder Human Concern zou kunnen.”

Niet alleen moest Inge in oktober 2020 afscheid nemen van Human Concern en de therapeuten. Voorgoed afscheid nemen van je eetstoornis hoort hier ook bij. “Het is toch een identiteit die ik als kind al had ontwikkeld. Ik heb nog nooit een volgroeid lichaam gehad of een gezond gewicht, dus mensen kennen mij ook niet anders dan dat. Ik vind het denk ik eng om niet meer die Inge met ondergewicht te zijn. Ik moet nu een nieuwe identiteit ontwikkelen. Ik weet niet waarom ik die angst nog voel, maar ik laat mij er niet door uit het veld slaan en blijf het aangaan.”

Haar verleden met een eetstoornis zal altijd bij haar blijven horen, maar het belemmert Inge niet meer. Bij tegenslagen praat ze erover met Richard en spreekt dingen uit die haar dwars zitten. “Ik kan mij niet meer voorstellen dat ik daarvoor het eten en bewegen inzette vroeger. Ik laat het zijn voor wat het is en dat is het ook misschien: het mág er zijn. Ik mag verdrietig zijn, ik mag af en toe een rotdag hebben en ik mag dingen lastig vinden. Het is belangrijk dat ik mijzelf dit toesta. De periode van mijn eetstoornis zal altijd een rode draad in mijn leven blijven. Het is gebeurd, het is heel heftig geweest, maar het heeft mij ook gemaakt tot wie ik ben.”

“Ik heb er een leven voor teruggekregen”

En die Inge, de Inge van nu, kijkt na jaren weer rooskleurig de toekomst tegemoet. “Ik geniet van de kleinste dingen. Ik ben ook mijn lichaam heel erg dankbaar dat deze mij niet in de steek heeft gelaten en dat ik nu kan leven. Ik heb echt een stukje mildheid, positiviteit en hoop gekregen. Vroeger durfde ik nergens op te hopen, dat mocht ook niet van de eetstoornis. Nu durf en kan ik dat wel. Ik heb weer vertrouwen in het leven. Dat klinkt misschien heel zwaar, maar ik durf weer naar dingen uit te kijken, dingen aan te gaan en te genieten.”

Begin 2018 hield ze dit nog niet voor mogelijk. Het moment dat ze op het punt stond om opnieuw de keuze voor een behandeling te maken, dacht ze alleen maar dat het haar niet zou lukken en ze het niet zou verdienen om in behandeling te mogen. Maar haar doorzettingsvermogen toonde het tegenovergestelde. Dat is ook wat ze graag wilt meegeven aan andere mensen die te maken hebben met een eetstoornis. “Het is ontzettend eng om een behandeling aan te gaan, omdat je weet dat je de controle, je veilige haventje los moet laten. Maar doe het wel! Je moet er heel veel voor doen en veel angsten overwinnen, maar je krijgt er een leven voor terug.” Ze hoopt dat haar verhaal anderen kan helpen ook hulp te zoeken. “Ik vind het belangrijk dat er aandacht voor is. Over hoe heftig de ziekte is en hoe ver je erin kan gaan. Het gaat niet over dat je niet wilt eten of dat je vindt dat je dik bent. Het gaat zoveel dieper dan dat.”

En toch, hoe heftig haar leven tot nu toe is geweest, ze had het niet willen missen. “Ik heb zoveel geleerd over mijzelf. Ik ben pas 29 en mag dit nu allemaal al ervaren. Ik ben niet dankbaar voor de eetstoornis, maar wel voor de lessen die ik heb mogen leren en die ik voor de rest van mijn leven meeneem.

Herstellen van anorexia

Bij Human Concern geloven wij dat herstellen van een eetstoornis mogelijk is. Ook van anorexia! Wil je meer weten over onze behandeling voor deze eetstoornis? Lees dan hier verder