Inge is de jongste in een gezin van vier meiden. “Voor ons was dat altijd feest, maar voor mijn ouders iets minder” lacht ze grappend. ‘’Het was een drukke boel thuis’’. Toen Inge elf jaar was, besloten haar ouders te scheiden. Haar vader emigreerde naar Canada en Inge bleef samen met haar drie oudere zussen bij haar moeder wonen. Het feit dat haar vader zo ver weg was, was niet altijd makkelijk. “Als kind is je vader toch een voorbeeldfiguur, ik vond het daarom best moeilijk dat hij er niet was en we alleen contact hadden via msn.” Inge voelde zich op dat moment heel alleen, ook omdat ze dacht dat haar zussen makkelijker omgingen met het vertrek van hun vader. “Het voelde thuis alsof ik de enige was die papa hooghield en iedereen een beetje tegen mij was”. Pas later begreep ze de situatie van haar zussen, toen ze naar eigen zeggen in ging zien wat voor een persoon hun vader bleek te zijn. “Het was toentertijd een lastige man. Gelukkig is de band tussen mijn vader en mij nu weer heel goed en ben ik heel blij dat onze relatie op een positieve manier is veranderd. Maar vroeger voelde ik mij thuis gekleineerd en niet altijd veilig. Dat is voor een kind natuurlijk heel belangrijk om wél te voelen.”
Het ontwikkelen van de eetstoornis
Dat de scheiding van haar ouders invloed had op haar omgang met eten, kwam tijdens de middelbare school aan het licht. “Ondanks dat ik op achtjarige leeftijd al bezig was met springen na het eten en de trap op en af te rennen, at ik wel gewoon nog alles. Mijn moeder kookte en ik had daar geen grip op. Ik denk ook niet dat het toen met eten te maken had. Achteraf gezien was het mijn manier om met mijn emoties om te gaan.” Pas na de scheiding van haar ouders en haar start op de middelbare school ging de focus meer op het eten liggen, een symptoom van de eetstoornis om op een bepaalde manier om te gaan met emoties. “In deze periode ging ik zelf mijn lunch smeren en kon ik zelf de keuze maken dat ik minder boterhammen ging eten en gezondere koeken ging meenemen.”
Niet alleen de scheiding van haar ouders zorgde ervoor dat de eetstoornis ruimte kreeg om te groeien. Inge was iemand die iedereen wilde pleasen. Ze moest het van zichzelf goed doen op school, goed doen bij de volleybal, goed doen bij vriendinnen en goed doen thuis voor haar ouders. “Ik was de hele dag aan het rennen om het goed te doen voor iedereen en om maar niet te voelen wat er écht zat.” Dat wat er daadwerkelijk zat was angst, verdriet en onzekerheid. Niet alleen door de thuissituatie, ook door een zeer nare ervaring die Inge tijdens een vakantie in Turkije heeft gehad op intiem gebied. Hierdoor ging het op de middelbare school van kwaad tot erger. “Alles wat ik meemaakte viel terug op het eten. De restricties werden alleen maar erger, ondanks het feit dat ik nu kan zeggen dat ik toen nog lang niet op mijn dieptepunt zat.”