Jessica vertelt: “Wanneer iemand aan me vraagt hoe m’n eetstoornis precies is ontstaan zeg ik altijd: ik had werkelijk álles in huis om het te ontwikkelen! De ultieme mix van hoog gevoeligheid, perfectionisme en een grote onvervulbare behoefte om gezien te worden. Vooral het oppikken van alles wat ik zie, voel, hoor en ruik maakt dat m’n lichaam continu aan het werk is. Als kind merkte ik als snel dat er bij mij een filter ontbrak die ik andere leeftijdsgenootjes wel zag hebben.
Ik kan me nog goed herinneren dat mijn moeder me naar school stuurde nadat ik aan de keukentafel een grote turquoise bubbel om me heen had getoverd. Die zou me tegen alle negatieve emoties beschermen, beloofde ze. Geregeld kwam ik huilend en ietwat teleurgesteld thuis omdat de bubbel toch niet had geholpen; iets had me tóch geraakt. Inmiddels gaat het reguleren van m’n energie steeds een beetje beter. Al ging dat niet vanzelf en heb ik moeten accepteren dat dingen me altijd zullen raken, de mooie maar ook de pijnlijke.
Mijn lichaam als instrument
Mijn lijfreis begon op de middelbare school toen ik samen met m’n moeder begon met diëten. De eerste van velen. Ik hield het even vol, maar viel dan terug omdat ik de ongezonde voeding veel te veel nodig had om m’n emoties te onderdrukken. Toen ik koos voor een beroep op het podium en musicaltheater ging studeren werd de afvaldrang steeds een beetje sterker en uiteindelijk het allerbelangrijkste. Op de academie leerde ik dat m’n lichaam m’n instrument is en m’n gewicht zat mijn droom in de weg. Hier was ik stellig in, een overtuiging waar niemand mij nog uit kon praten. Er kwamen steeds meer donkere gedachtes in m’n hoofd op die mijn identiteit werden en die ik gehoorzaamde omdat ze voelde als een fijne bescherming voor alles wat ik toen nog niet begreep.
De academie heb ik als onveilig ervaren, en de jaren nadat ik was afgestudeerd als één grote doolhof. Een zoektocht waarin ik me verdwaald voelde, en erg eenzaam. Ik was jong en wist niet meer wie ik was. Hoe vaker ik op het podium stond, en er mensen naar mij keken en hoe meer audities ik deed, hoe meer ik een afscheiding voelde tussen dat wat ik liet zien aan de voorkant, en de achterkant waar ik me voor schaamde. Ik werd steeds kleiner, m’n eetpatroon steeds beperkter tot er nog weinig van mij overbleef en het tijd werd om actie te ondernemen.
“Of je laat me nu toe, of het stopt hier”
Toen ik in behandeling ging bij Human Concern had ik niet door hoe diep de anorexia m’n leven had overgenomen en hoe slecht m’n lijf er aan toe was. Het duurde dan ook even voordat ik mijn behandelaren toeliet. Ik zal nooit meer vergeten hoe m’n therapeut me na een jaar liefdevol de optie voorhield; of je laat me nu toe, of het stopt hier. Pijnlijk, maar essentieel.
Inmiddels had ik mijn dieptepunt bereikt. Ik besloot er voor te gaan, maar had nog geen idee hóe. Ik leerde kleine stapjes zetten, viel met periodes terug toen ik weer begon te voelen en stond weer op om m’n voeten langzaam te bewegen in de richting die ik in m’n leven op wou. De gesprekken werden intiemer, en het vertrouwen groeide. BeLeef!, de klinische boost behandeling van Human Concern werd mijn stip op de horizon.
Transformerende reis, niet alleen voor mij
Uiteindelijk mocht ik mee. Ik heb er geen woorden voor om uit te leggen hoe transformerend deze reis is geweest. En niet alleen voor mij, ook voor m’n ouders. Deze stap móest ik zetten en ik ben tot op de dag van vandaag dankbaar dat ik mezelf deze ervaring heb gegund. Dit raad ik dan ook iedereen aan: gún jezelf dingen, en dan ook álles.
Ik leerde dat het leven is voor de dappere mens, voor degene die naar binnen durft keren en ondanks de onzekerheden toch besluit om zichzelf te ontdekken. De moeilijkheden gaan nooit helemaal weg, ze veranderen alleen met de verschillende periodes mee. Zo zie ik herstel: rouwen om wat was, en dealen met het leven wat je er voor terugkrijgt. Wat eerder moeilijk was, is nu makkelijker en andersom en elke fase vraagt weer een andere vorm van overgave die ik telkens weer opnieuw moet ontdekken. Dit zal ik dan ook m’n hele leven moeten blijven doen.
M’n échte kompas ben ik zelf
Human Concern voelde als een veilige en fijne begrenzing waarbinnen ik kon leren hoe ik met de veranderlijkheid van het leven om kan gaan. Het vrije leven, waar ik na ruim twee jaar weer ben ingestapt voelt vaak als de wildernis waarin ik mijn weg moet leren volgen. M’n eetstoornis was een tijd lang m’n kompas, maar ik leerde dat het enkel een bescherming was. M’n échte kompas ben ik zelf; de dingen die ik voel, de dingen die ik eet, de relaties die ik aanga, de kleding die ik draag, de boodschap die ik uitdraag. Ik ben m’n eigen anker. Nu ik de eetstoornis steeds wat beter los kan laten merk ik dat ik mezelf elke dag wat meer ontmoet. Soms is deze ontmoeting wat onwennig, maar nog vaker verrast het me en geniet ik steeds meer van wie ik ben, vanbinnen én van buiten”.