Op onze locatie in Amsterdam komt Daphne binnen. Het is een aantal jaar geleden dat ze hier voor het laatst is geweest. Een gek gevoel om terug te zijn, maar ergens ook heel fijn vertelt ze. De indeling is helemaal veranderd, maar de sfeer is nog hetzelfde. Ze neemt plaats op een stoel met een kop koffie, klaar om haar ervaringsverhaal te delen.
Van eetprobleem naar eetstoornis
Daphne is opgegroeid in een fijn gezin, bestaande uit een vader, moeder en een zus. Grote tegenslagen kenden ze als familie niet. Ondanks dat, voelde Daphne zich altijd een beetje verdrietig en somber. “Waarschijnlijk had ik een beetje een depressieve aanleg. Ik trok mij veel van dingen aan en kon daar heel intens mee bezig zijn. Ook wilde ik heel graag balletdanseres worden, maar als snel kwam ik erachter dat mijn lichaam daar niet voor was gemaakt. Dit maakte het moeilijk mijn lichaam te accepteren zoals het was.” Ook het feit dat haar vader haar liefkozend ‘Bolle’ noemde, maakte dat Daphne op elfjarige leeftijd veel bezig was met haar lichaam. Ze besloot te gaan lijnen, waarmee ze het voorbeeld van haar moeder volgde. “Mijn moeder was altijd op dieet en nooit blij met haar lichaam. Je wordt daar toch door aangestoken en gaat onbewust denken dat je niet tevreden mag zijn met je lichaam. Achteraf gezien heel triest, ook voor mijn moeder”
Het lijnen ging Daphne goed af. Ze kreeg complimentjes en de discipline die erbij kwam kijken vond ze fijn. Ruim vijf jaar later, op haar zestiende, werd het lastiger volhouden. “Toen is het diëten doorgeslagen naar mijn eetstoornis denk ik. Het hebben van een eetbui en het daarna er weer uitgooien voelde als een ontlading en iets doen wat niet mocht. Als tegenhanger voor het “echte” leven waarin ik graag alles zo goed mogelijk wilde doen…” Op dat moment realiseerde ze zich dat het niet zomaar een eetprobleem was. “Ik had wel door dat je eten eruit gooien niet normaal was. En het heel erg stiekem doen ook niet.”
Een geheim voor de buitenwereld
In de daaropvolgende jaren werd de boulimia een groot deel van haar leven. “Als ik aan het werk was kon ik doen alsof er niets was. Maar zodra ik thuis was, was de eetstoornis er eigenlijk altijd. Toen ik nog in een studentenhuis woonde, was dat lastig. Ik moest het altijd voor mijzelf houden en stiekem doen, het was zwaar om het geheim te houden. Je kan niet voor de volle 100% jezelf zijn. Ik probeerde de eetmomenten met vrienden zoveel mogelijk te vermijden met smoesjes, maar als dat niet lukte, lette ik heel erg op de rest wat zij precies deden. Wat aten ze, hoeveel schepte ze op.” Alles wat met eten te maken had ontweek Daphne het liefst. Ook boodschappen doen met vrienden vond ze vreselijk. “Ik schaamde mij als ik een voorstel deed een product te kopen, omdat mensen dan zouden denken dat ik zou genieten van eten. Dat mocht natuurlijk niet van mijn eetstoornis. Ik was die vriendin die altijd besluiteloos door de supermarkt liep en het altijd aan de rest overliet. Heel irritant eigenlijk” zegt ze lachend.