Eén op de negen jongeren op de middelbare school wordt gepest, volgens een onderzoek onder 100.000 jongeren door alle GGD’en en het RIVM. Weerbare jongeren worden ruim drie keer minder gepest dan jongeren die niet weerbaar zijn. Wie gepest wordt, heeft ook kans een eetstoornis te ontwikkelen.
Pesten is iemand herhaaldelijk en over een langere periode zo behandelen dat hij of zij er ernstig onder lijdt. Dat kan gaan van sarcastische, ondermijnende opmerkingen tot geweld, uitsluiting en afpersing. Pesten kan mensen die gepest worden tot wanhoop drijven. Pesten kan overal voorkomen: op het schoolplein, op de werkvloer en ook in het verzorgingshuis. In de afgelopen jaren is er ook aandacht gekomen voor pesten via internet. Dit wordt cyberpesten genoemd. Cyberpesten gebeurd vaak via sociale media, zoals Facebook of Twitter. (Bron: Korrelatie.nl).
Pesten en een eetstoornis
Iemand die gepest wordt, heeft ook kans om (later) een eetstoornis te ontwikkelen. Renée van Hoof, systeemtherapeut bij Human Concern: “Pestervaringen kunnen bijdragen aan het ontwikkelen van een eetstoornis. We zien regelmatig dat cliënten in hun jeugd te maken hebben gehad met pesten en deze ervaring nog met zich meedragen. Gepest zijn heeft invloed op je zelfbeeld. Het kan een negatief zelfbeeld voeden. Het maakt dat je minder vertrouwen hebt in de wereld om je heen. Dat je geneigd bent jezelf klein en onzichtbaar te willen maken. Of dat je de nare gevoelens die ermee gepaard gaan wilt wegmaken. Niet eten of juist teveel eten kunnen een manier zijn om hiermee om te gaan. Werken aan meer zelfvertrouwen, een positiever zelfbeeld, meer weerbaarheid, je plek durven innemen en grenzen leren stellen, kunnen helpend zijn. En je uiteindelijk een krachtiger mens maken.”
Ervaring cliënt
Oud-cliënt Lieke (38 jaar) ontwikkelde een eetstoornis door onder andere haar verleden met pesten. ‘Op mijn 30e werd ik ziek. Ik voelde me lelijk, onzeker, ongelukkig en heel erg verdrietig. Ik kon geen baan vinden, ik kon mijn (pest)verleden geen plekje geven, ik had een gebroken hart en een moeilijke relatie met mijn moeder. Ik voelde me ongelukkig en at minder en minder. Na maanden tegenstribbelen, kwam de beslissing: ik moest naar een kliniek. Na een half jaar intern en daarna dagbehandeling, ging het redelijk met eten. Maar ik voelde me nog net zo onzeker als altijd. Na een jaar kreeg ik een terugval. Ik meldde me aan bij Human Concern en werd na de intake geïndiceerd voor Be-LeeF!, een klinische boost-behandeling in Portugal. Een maand eruit en keihard aan mezelf werken zonder stress van buitenaf. Het was de boost die ik nodig had! De hulp, steun en motivatie die ik kreeg, hebben mij wezenlijk veranderd. Er volgden nog een maand dagbehandeling, gesprekken met mijn ouders en ambulante therapie. De relatie met mijn moeder is verbeterd en ik ben weer samen met mijn grote liefde. Natuurlijk ben ik nog wel eens onzeker, maar nooit meer zo erg als toen. Ik zoek hulp als ik het nodig heb en luister naar mijn lichaam en naar mijn gevoel. Ik negeer mijn gedachten niet meer, maar spreek ze uit. Het is goed gekomen met mij. Ik ben niet meer ziek.’