Skip to main content
search

Corinne Broekman (59) werkt al bijna dertig jaar als psychiater en zij specialiseerde zich als (forensisch) kinder- en jeugdpsychiater. Sinds een kleine drie jaar is zij ook werkzaam binnen Stichting Human Concern – Centrum voor eetstoornissen. Corinne is gehuwd, zij heeft drie kinderen en vier kleinkinderen.

Dwang en drang zijn gangbaar in de GGZ wanneer het gewicht van een cliënt met anorexia nervosa gevaarlijk laag wordt. De reportage van tv-programma Zembla op 16-10-’19 zwengelt de discussie hierover flink aan. Maar dwang en drang druisen juist tegen de visie van stichting Human Concern – Centrum voor eetstoornissen in. Alles is erop gericht de cliënt in zijn of haar eigen kracht te brengen. Wij vroegen psychiater Corinne Broekman naar haar jarenlange ervaringen met de behandeling van anorexia nervosa, zowel in de reguliere GGZ als bij Human Concern.  

Wat maakt dat de eetstoornis anorexia nervosa zo’n moeilijk te behandelen aandoening is?

“Anorexia nervosa is een psychiatrische aandoening die de hoogste mortaliteit kent: 15%. Dit is zorgelijk en serieus. Als we vanuit een negatief concept en vanuit wanhoop denken, is het een moeilijk te behandelen stoornis. Maar wanneer we ook het gezonde deel van iemand meenemen en aanspreken, zoals hun vaak grote creativiteit, behulpzaamheid en intelligentie, kan er een heel andere benadering ontstaan. Daarbij draagt de cliënt herstelkracht in zich. Hier mogen we veel meer naar op zoek gaan.”

Waar gaat de eetstoornis volgens jou over? 

“Ten diepste gaat een eetstoornis voor mij over onmacht en onzekerheid. Over niet weten hoe te leven. Heel vaak hebben cliënten een of meerdere trauma’s meegemaakt. Seksueel misbruik is hier een voorbeeld van. Met de eetstoornis hebben zij een weg gevonden om hiermee om te gaan. Deze is een baken in een woelige zee geworden, iets om zich aan vast te houden.”

“Het belangrijkste is dat de eetstoornis de emoties dempt, deze niet meer voelbaar laat zijn. Vaak kampen onze cliënten met een laag zelfbeeld. De eetstoornis geef hun een gevoel van controle en voldoening, van ‘zie mij krachtig zijn’. Op andere vlakken hebben cliënten vaak het idee niet te voldoen. Velen zijn zeer gevoelig en emotioneel kwetsbaar, en hebben daarnaast een hoog ambitieniveau. Ze willen iets betekenen voor de wereld, maar weten dikwijls niet hoe. Ze sluiten zich vaak af van prikkels van buiten, en hoeven door de eetstoornis ook minder te presteren, soms met ernstige sociale en maatschappelijke isolatie tot gevolg. De prikkels kunnen zij immers nauwelijks aan.”

“Mensen met een eetstoornis vinden het ook vaak moeilijk om werkelijk verbinding met anderen te maken. In de kern zijn zij enorm eenzaam. De eetstoornis is een reden om geen contact te hoeven maken met anderen. Dat wat de eetstoornis de cliënt oplevert, noem je de functies van de eetstoornis. In de behandeling van Human Concern staan deze functies centraal en pellen cliënten zichzelf met hun eetstoornis als het ware laagje voor laagje af.”

Deze verbinding vormt nu juist de essentie van de behandeling en benadering van Human Concern. Hoe ervaren cliënten de nabijheid van de behandelaren?

“Meestal als een warm bad. Wij gebruiken als behandelaar binnen Human Concern onze professionele nabijheid als medium om de cliënt met zijn eetstoornis te onderzoeken. Wij handhaven hierin tegelijkertijd de therapeutische grenzen. Onze boodschap vanaf het eerste moment van binnenkomst is: jij mag er zijn en wat fijn dat jij er bent. Dit gaat veel verder dan alleen de therapeutische relatie, ook in de aankleding van onze vestigingen zie je dit terug: het theelichtje dat brandt, lekkere koffie, gezellig meubilair, goede lectuur. Wij willen dat cliënten het fijn vinden om bij ons te zijn en iedereen werkt hieraan mee: van de officemanager die achter een open balie zit tot de psychiater. Dit is een totaal andere beleving dan de gemiddelde (poli-)kliniek, waar iemand achter een schuifraam van matglas zit en jou verwelkomt. Alles bij Human Concern is gericht op de cliënt. Ook voor mij als behandelaar is het fijn om in deze sfeer en omgeving te mogen werken.”

“In de behandeling van Human Concern wordt ook veel geïnvesteerd in verbinding kunnen maken met de omgeving. Cliënten met anorexia nervosa hebben zichtbaar een eetstoornis, cliënten met boulimia meestal niet. Hun eetstoornis is vaak schaamte beladen, daar praat je niet over. Zelfs de partner weet er soms niet van. Leren je uit te spreken plaveit de weg naar herstel. Erover praten neemt spanning weg.”

40% van de cliënten van Human Concern is al eerder in een of meerdere eetstoornisklinieken behandeld. Maar voor herstel komen ze naar jullie, wat zegt dit?

“De eetstoornis vormt slechts het topje van de ijsberg. Onder de oppervlakte gaat meestal andere psychische problematiek schuil, zoals een depressie, angsten, trauma en persoonlijkheidsstoornissen. Als je vanuit het donker naar een lichtpuntje kijkt, kun je het lichtpuntje beter zien als je je blik er iets naast richt. Hetzelfde geldt voor de eetstoornis: als je er voorbij kijkt, zie je meer, het totaalplaatje van de eetstoornis. Dat is het mooie van de behandeling van Human Concern, vind ik. Hier wordt de eetstoornis in zijn geheel aangepakt. De eetstoornis is de binnenkomer, maar al vrij snel gaat de aandacht naar de functies van de eetstoornis en de onderliggende problematiek.”

“Laatst kregen wij een verwijzing van een andere kliniek, van een cliënt die een eetstoornis had ontwikkeld nadat de angststoornis was behandeld. Dit zie ik als een tekortkoming in de behandeling; de cliënt dient als geheel te worden behandeld, niet alleen zijn symptoom. Het komt ook voor dat klinieken weigeren om cliënten te behandelen die een BMI onder de 17 hebben. Ja, en dan? Laatst meldde zich nog een meisje aan met een heel laag gewicht. Wel was ze erg gemotiveerd. Wij maken dan afspraken met zo’n cliënt. We willen graag dat ze aankomt, maar dusdanig dat haar motivatie overeind blijft. ‘Wat denk jij dat haalbaar is als het gaat om meer eten?’, vragen we dan bijvoorbeeld. De cliënt is leidend, behoudt de regie. Tegelijkertijd zeggen we ook: ‘Maar als je niet aankomt, kan opname noodzakelijk zijn.’ Wij geven de cliënten een keuze hoe zij willen herstellen.”

Waarom werkt straffen averechts?

“Straffen verhardt de eetstoornis, is mijn ervaring. Bij straffen en belonen communiceer je met de eetstoornis, waar wij juist de cliënten in hun kracht willen zetten en het gezonde deel willen aanspreken. Alleen zo werk je ernaar toe dat zij de eetstoornis niet meer nodig hebben om in te zetten.”

Wat betekent de werkwijze van Human Concern voor jou als professional?

“Niet eerder werkte ik binnen een organisatie die zo’n sterke en unieke behandelvisie heeft en deze in alle geledingen omarmt: zowel in het contact naar de cliënten, als tussen de behandelaren en medewerkers onderling. Het was voor mij een eyeopener om samen te werken met Ervaringsprofessionals die hun eigen ervaring met de eetstoornis in de behandeling inzetten en in het bijzonder insteken op het gezonde deel van de cliënt. Ik merkte direct dat dit een unieke therapeutische relatie legt tussen de cliënt en de therapeut.”

“Zelf heb ik als student jarenlang in alle stilte en eenzaamheid een eetstoornis gehad, toch was dit niet mijn primaire motivatie om bij Human Concern te solliciteren. Ik was eigenlijk heel nieuwsgierig naar de werkwijze van Ervaringsprofessionals binnen Human Concern, de unieke behandelvisie en de doorwerking ervan in het therapeutische proces van de cliënt. Werken binnen Human Concern betekent ook: jezelf ‘door-ontwikkelen’ en dit heb ik steeds als stimulerend en verrijkend ervaren. Zo kan ik hierdoor beter in mijn eigen spiegel kijken en ben ik eerlijker en transparanter geworden in mijn vak. Het heeft me geholpen in mijn eigen proces om te bepalen hoe ik graag wil werken en om mijn eigen ‘moeites’ onder ogen te zien. We zijn allemaal mens, hebben allemaal ervaringsdeskundigheid op een bepaald vlak. We hoeven deze niet weg te stoppen. Ik kan mijn ervaring, als het in belang van de cliënt is, juist inzetten in het contact en zo een ‘ont-moeting’ van mens tot mens hebben. Ook voor de collegiale verbanden gaat dit op. Deze openheid geeft mij een gevoel van rust en ontspanning. In mijn eerdere functie als kinder- en jeugdpsychiater moest ik van mezelf met een grote boog om mijn kwetsbaarheden lopen. Ik diende een blanco projectiescherm te zijn voor de cliënt, niet fijn.”

Kun je een voorbeeld geven van deze meerwaarde van Ervaringsprofessie?

“Een tijdje terug konden we bijna niet anders dan een opname elders voor een cliënte voorbereiden. Haar lichamelijke en geestelijke toestand stond een ambulante aanpak niet langer toe. Als team hebben we met deze jonge cliënt en haar ouders intensief om tafel gezeten. Haar behandelaar, een Ervaringsprofessional, vertelde over haar ervaringen met opnames, over het verschil tussen een gedwongen en een vrijwillige opname, over de mogelijke dwang en drang die bij een gedwongen opname kunnen spelen. En hoe traumatisch dit kan zijn, waardoor je er een probleem bij hebt. Ze wist de cliënte te raken op dat moment en te motiveren om voor een vrijwillige opname te kiezen. Als Human Concern beloofden wij met haar in contact te blijven, ook al vond de opname in een andere kliniek plaats. Op dat punt heeft de Ervaringsprofessional grote kracht en immense toegevoegde waarde.”

Betekent nabijheid ook gelijkwaardigheid?

“Dat niet direct. De therapeut is wel leidend, maar geeft dit vorm vanuit wederzijds respect en herkenning. Samen gaan zij op zoek naar herstel, waarbij de therapeut de grote lijnen uitzet.”

Wat is herstel volgens jou?

“Een eetstoornis is een hardnekkige psychische en somatische aandoening, met sombere herstelcijfers. Maar kijk ook eens naar wat herstel is voor de individuele cliënt. Voor de een is het voldoende om weer gezellig te kunnen eten met vrienden, voor de ander zit de eetstoornis nog op de schouder, kijkt als het ware mee, maar kan diegene wel weer werken of studeren.”

“Herstel is zoveel meer dan alleen een ‘veilige’ BMI. Eigen wetenschappelijk onderzoek van Human Concern laat zien, dat mensen die zelf hersteld zijn van een eetstoornis dimensies van welbevinden minstens zo belangrijk vinden als de vermindering van klachten. Als cliënten hun behandeling afgerond hebben, vraag ik hun bij het afscheid altijd. ‘Wat is herstel voor jou?’ ‘Dat ik uit mijn comfortzone ben gestapt’, krijg ik dan bijvoorbeeld als antwoord terug. Of: ‘Dat ik mezelf heb leren kennen, weet wat mijn sterke en zwakke kanten zijn.’ Zelden spreken ze over het eten. Wat veranderd is, is dat zij de eetstoornis niet meer nodig hebben als ze moeilijkheden ervaren, en moeilijke dingen zullen er altijd blijven. Ze hebben geleerd er anders mee om te gaan. Dit vind ik zo mooi. ‘Ontwikkeling’ noem ik dit, eigenlijk een betere term dan ‘behandeling’.”

Hoe boor je die intrinsieke motivatie tot herstel aan?

“De belangrijkste vraag die in de behandeling gesteld dient te worden, is: waar zit de herstelkracht van de cliënt? Deze kracht is het grootst wanneer de cliënt het diepst zit, al zijn er gelukkig veel cliënten die in een eerder stadium een keerpunt bereiken. Waar andere organisaties allang zouden zijn overgegaan tot dwangopname, behouden wij binnen Human Concern het geloof en vertrouwen dat de cliënt er zelf uitkomt. Dat hij/zij het punt bereikt, waarop hij/zij zegt: ‘Dit wil ik niet meer, ik ben er klaar mee.’ Vanuit de eigen innerlijke overtuiging en kracht wil de cliënt de weg naar herstel inzetten. Het is niet iets dat extern en vanuit wanhoop wordt opgelegd, want dit werkt niet. En wij volgen hierbij de Nederlandse Richtlijnen op het gebied van eetstoornissen, ons accent ligt alleen anders, de benadering verschilt en wij passen geen dwang en drang toe. Als team proberen wij de uiterst wanhopige cliënt te motiveren om te eten, ook de ouders of andere naasten staan naast de cliënt. We doen dit duidelijk samen. Het is zo belangrijk om hoop te kunnen bieden aan iemand met een eetstoornis die zo diep zit en in zo’n kwetsbare positie verkeert. Onze Ervaringsprofessionals kunnen dit als geen ander. Zij vormen immers het bewijs dat herstel mogelijk is.”

En wat als iemand niet tot dit belangrijke keerpunt komt, als de cliënt dichtbij overlijden is?

“Ik heb dit nog niet meegemaakt binnen Human Concern, maar wij laten niemand doodgaan en wij laten niemand los. Als het zo is dat de eetstoornis iemand volledig in zijn macht heeft, moeten de wegen bewandeld worden die nodig zijn voor eventuele dwangopname op een psychiatrische afdeling van een ziekenhuis. Dit impliceert niet direct dwangvoeding. Het liefst zien wij dat de cliënt vrijwillig kiest voor een dergelijke opname. Er zijn klinieken in de omgeving met wie wij een prettige samenwerking hebben opgebouwd. Ook binnen een dergelijk klinische behandeling elders, blijven wij bij voorkeur doorbehandelen.”

Wat zou jij willen zeggen tegen iemand met een eetstoornis, die nog geen hulp heeft gezocht?

“Als ik nu een cliënt voor het eerst spreek, zeg ik vanuit mijn eigen ervaring altijd: ‘Wat goed dat je de stap hebt genomen om naar ons toe te komen, zodat je er niet langer in alle eenzaamheid mee rond hoeft te lopen.’ Toen ik midden in mijn eigen eetstoornis zat, heb ik dit met niemand gedeeld. Het was iets dat onderhuids broeide, ik schaamde me ervoor. Maar wat voelde ik me eenzaam. Ik woonde net op kamers, men had hoge verwachtingen van mij, en ik van mijzelf. Met de eetstoornis kon ik mijn emoties de baas. In de loop der jaren nam met mijn ervaring mijn zelfvertrouwen toe en verdween de eetstoornis naar de achtergrond. Ik gun iedereen een leven zonder eetstoornis, zonder schaamte en vol verbinding, want echt, het leven zonder is zoveel mooier.”

Leave a Reply

Close Menu