Het zal in 2006 zijn geweest dat ik je tegenkwam, of eigenlijk; dat je me opzocht. Ik stond volop in het leven, genoot van alles wat op m’n pad kwam en niets hield me tot nu toe daarin tegen. Een sociale, spontane meid, met een studie die bij me paste. Een vriend en een grote vriendengroep om me heen bij wie ik mezelf kon en mocht zijn. Het leven lachte me toe en ik voelde me daarmee gezegend. Eten was er gewoon; ik at waar ik trek in had en schoof aan tafel zonder daarbij na te denken. Ook schoof Sonja Bakker in deze jaren bij ons gezin aan, want mama deed haar zoveelste dieet poging. ‘Onzin’ , ze was goed zoals ze was. Toch werd mijn nieuwsgierigheid gewekt. Met een eerste blik in het boek, kwam ook jij om de hoek kijken en ik voelde me voor het eerst onzeker. De weekmenu’s leken namelijk niet op mijn eetpatroon en het leek me geen kwaad te kunnen om ze eens uit te proberen, want dit zou misschien wel een aanvulling kunnen zijn op de sportopleiding die ik volgde.
Goed in afvallen
Vanaf dat moment greep jij je kans, zette een tandje bij en voedde mijn onzekerheid met allerlei destructieve stemmetjes. Ook maakte je daarbij gebruik van m’n faalangst en perfectionisme… Het boek gaf me controle over mijn voeding en dat wierp samen met het sporten z’n vruchten af. Van falen was geen sprake; in tegendeel juist… ik bleek erg goed te zijn in afvallen. Elke keer wanneer de weegschaal omlaag ging, voelde ik me sterker. De perfectionist in mij vond dat het nog beter kon en ik begon voedingsmiddelen van het menu te schrappen. Ook kwam het op het juiste moment dat mama me mee nam naar de sportschool voor een proefles. Doordat ik me bij dit alles zo goed voelde, had ik geen idee waar ik werkelijk mee bezig was en welke invloed dit op de komende jaren zou hebben.
M’n geluk liet ik afhangen van het getal op de weegschaal; erg ‘gelukkig’ dus in deze tijd. M’n omgeving begon zich zorgen te maken en benoemde dit. Jij sprak dit tegen en ik geloofde je, jij gaf me immers kracht. Ook werd mama in deze tijd voor het eerst ziek en onderging een operatie, chemo en bestraling. Het was dus ‘ logisch’ dat ik door deze stress wat was afgevallen; je leerde me met deze smoesjes jou te beschermen en dat jij me houvast gaf in onstabiele tijden. Toch werd ik wederom onzeker door de opmerkingen over het feit dat ik toch wel erg mager werd; ik dacht immers dat ik goed bezig was. Blijkbaar had ik gefaald in ‘goed zijn’.
Braken, bewegen, laxeren en vooral blijven lachen.
Om iedereen gerust te stellen, wat ik maar al te graag deed, begon ik langzaam aan wat meer te eten. Dat was het moment dat ik merkte dat ik jou al te veel ‘gevoed’ had, want waar ik nu wel wilde eten, lukte dat me niet meer door alles wat jij me toe riep. Je gaf me je hand en liet me een andere route zien die we samen konden gaan en waar ik ook goed in zou zijn. Je legde me daarbij wel een flink aantal regels op. Wat was ik dan ook opgelucht dat de eerste keer braken lukte; nu kon in deze weg ook volgen, zonder daar voor mijn gevoel te veel voor te hoeven inleveren. Ik mocht het overigens met niemand delen, want ze zouden je alleen maar van me afpakken en je deed me juist geloven dat ik je nodig had. Om alles ‘koek en ei’ te laten lijken begon ik me op allerlei vlakken te bewijzen om te laten zien dat men zich echt geen zorgen hoefde te maken en vooral om mezelf te doen geloven dat ik goed bezig was. Afstuderen, twee banen, veel sporten en samenwonen met m’n vriend; wat deed jij mij geloven dat ik op deze manier gelukkig was. Je kreeg overigens steeds meer vrijheid door m’n eigen woning en een druk leven. Jij werd een veilig mechanisme waar ik me letterlijk en figuurlijk in bewoog, waar je me leerde overleven met braken, veel bewegen, later ook laxeren en vooral te blijven lachen. Steeds minder nam ik deel aan sociale gelegenheden, ze werden zelfs eng en bedreigend, waardoor perioden van afzonderen en eetbuien volgden. Dat m’n relatie met m’n vriend en m’n moeder onder druk kwamen, nam ik voor lief. Achteraf logisch dat wij ons tegen ze verzette, want ze hadden jou door en ik wilde jou niet kwijt. Het gekke was dat ik ook echt begon te denken dat jij bij me hoorde.
Overspannen en depressief
Zo lang ik maar niet voelde, alle ballen hoog hield en me bleef bewijzen was er met jou best te leven. Maar die ballen werden te zwaar, de lat lag voor het eerst te hoog en ik kon niet meer tegen de onrust in m’n lichaam. Voor het eerst sinds lange tijd liet ik emotie toe, vertelde over je aanwezigheid en wilde van je af, want met jou valt niet te leven! Hoeveel je had aangericht bleek toen ik overspannen en depressief thuis kwam te zitten. Hoe kon ik nou falen?! Ik voelde me ongelukkig en zwak wat gepaard ging met harde oordelen en verwijten naar mezelf; ‘mislukkeling’ ,‘eigen schuld’ ‘, zwakke’ ‘had ik maar door moeten zetten’ ‘nu word je dik’ etc. Tijdens mijn therapie bij de GGZ leerde ik inzicht krijgen in m’n eetpatroon en werd me verteld dat praten goed zou zijn. Maar ik had je nog te hard nodig, waardoor ik me niet openstelde en de therapieën ‘doorliep’.
Toch kwam er weer een omslagpunt; m’n moeder sprak haar zorgen uit. Met een steuntje in de rug van antidepressiva, maakte het dat ik weer wat moed kreeg om tegen je te vechten en het gevoel had je aan te kunnen. Doordat je dit niet leuk vond, begon je harder te schreeuwen, wat resulteerde in nog meer eetbuien, braken en sporten. M’n werk bouwde ik weer op, maar was wel zo eerlijk naar mezelf om te zien dat ik er psychisch nog niet was. Ik nam een vriendin in vertrouwen en zo kwam ze met het idee om een intake te doen bij Human Concern.
Haat-liefde verhouding met mezelf
Hand in hand ging ik met jou de uitdaging aan. Een opluchting toen mijn eerste therapeute tegenover me zat en ons begreep, maar ook zag dat ik een individu ben met mijn eigen krachten en eigenschappen, los van jou. Voor het eerst leerde ik echt tegen je in te gaan en zelf keuzes te maken, maar echte gevoelens liet ik niet toe. Een haat-liefde verhouding met jou, maar ook met mezelf, volgde. Een periode waar ik onzeker werd omdat ik niet wist wie ik was, op zoek ging naar aandacht en waar m’n sportverslaving tot een hoogte punt kwam. Je stemmen bleven mij maar in hun macht houden. Blijkbaar had ik je nog ergens voor nodig, maar waarom dan? Ik beschermde je, terwijl je ondertussen nog steeds veel kapot maakte. Wisseling van therapeuten volgenden en allemaal hadden ze één ding gemeen; ze kaartten mijn band met mama aan. Dat we een moeizame relatie hadden zag ik wel, maar meer dan dat ook niet. Ik was nog niet klaar om te voelen…
Overlijden
Op het moment dat m’n man in m’n leven kwam, vijf jaar na jou, had ik sinds lange tijd weer het gevoel dat ik er mocht zijn als persoon. Hij accepteerde me hoe ik was en wist van jouw bestaan. Iedereen zag aan mij dat hij me goed deed, wat ik zelf ook merkte en waardoor ik jou verrassend minder nodig begon te hebben. Je stond aan de zijlijn toe te kijken… Onze band was vertrouwelijk en dat vond ik fijn, maar ik begon het te haten als je me weer eens wat verbood; zo stonden ‘rusten’ en ‘genieten’ niet in jouw woordenboek. Dat ik je toch nog nodig had bleek toen mama ongeneeslijk ziek bleek. Je zorgde dat ik niet hoefde te voelen en een vluchtroute had. Het was een vlucht voor de werkelijkheid, want voor het eerst zag ik het verband tussen jou en mama en hoe deze verweven was met mij. Ik concludeerde dat wanneer mama zou overlijden, jij ook zou vertrekken. Van een afstand zag ik het verdriet dat de rest van het gezin had. Ik was verdrietig, maar opluchting overheerste omdat alles op z’n plek viel. Al snel stopte ik ook dat gevoel weg omdat ik me ervoor schaamde. Die periode leek een eeuwigheid te duren, maar toch ook veel te snel te gaan. Was ik klaar voor wat er komen zou? Gelukkig opende mijn man mijn ogen en zei dat het echt de laatste mogelijkheid was om bij en met mama samen te zijn, anders zou ik er nog wel eens spijt van kunnen krijgen. Hierdoor kon ik mama in haar laatste uren nog laten weten dat ik haar niets kwalijk neem, want ik wist dat ze zich schuldig voelde. Blij dat ik dat nog heb gedaan, maar woorden zijn woorden en mijn gevoel zei iets anders. Na het overlijden ging verdriet al snel over in boosheid, want waarom bewandelden wij nog steeds hetzelfde pad?! Dit had ik niet verwacht.
Angst dat het me te veel zou zijn
Therapiesessies gingen, net als therapeuten, voorbij met de daarbij horende spannende en enge uitdagingen op vooral sport- en eetgebied. Ik voelde me goed op het moment dat ik het was aangegaan, maar ondanks dat gevoel vermeed ik deze uitdagingen ook regelmatig. Door de jaren heen heb ik geleerd dat jij me dan wat vertelde. Om te luisteren naar dat verhaal, moest ik wel bij m’n gevoel komen. Maar hoe doe je dat als je dit al jaren geblokkeerd heb? Wat komt er naar het oppervlak als er wordt gegraven en kan ik dat dan wel aan? De angst dat het me te veel zou zijn en dit niet aan te kunnen hield me tegen. Gelukkig waren er veel lieve mensen om me heen die me steunden en lieten zien dat ik al veel overwonnen had, maar nu nog in mijn eigen kracht mocht gaan geloven.
Jouw verhaal is verteld
Er zijn veel momenten geweest dat ik wel met je kon samenleven, maar was dit echt wat ik wilde?! Je putte me uit en diep van binnen voelde ik me overal ongelukkig bij, maar of er meer uit mezelf te halen was wist ik niet. Elke keer op dit plateau was ik blij dat m’n laatste therapeute toch weer met me wilde doorpakken. Linksom of rechtsom, ik moest het natuurlijk wel zelf doen. Met deze drive en alles wat ik al had geleerd over ons, zette ik me over angsten heen, kreeg ik meer zelfvertrouwen en luisterde dit keer echt goed naar wat je me wilde vertellen. Diepgewortelde pijn, verdriet en schaamte kwamen naar het oppervlak over de verwijten die ik de laatste jaren naar mama heb gehad en de afstand die daaruit is ontstaan. Eindelijk was dit bespreekbaar en leek ik jou daardoor minder nodig te hebben; zelfs op de moeilijkste momenten in mijn leven niet, waar je normaal gesproken jouw kans gegrepen zou hebben.
Onzekerheid, angst, maar zelfs ook bij positieve gevoelens was je er. Tien jaar lang ben ik daar blijkbaar gevoelig voor geweest en daar kon niemand, ook mama niet, iets aan doen.
Die jaren als twintiger heb ik veel met je meegemaakt. Nu voel ik dat ik je niet meer nodig heb en ga ik m’n toekomst zonder jou tegemoet. De kracht om m’n eigen keuzes te maken heb ik zelf weer in de hand. Je stem zal er af en toe nog zijn, maar ik luister er niet meer naar, jouw verhaal is verteld.
Wij zullen met een haat-liefde verhouding eindigen. Je hebt me veel ontnomen; de feesten die ik gewoon af had moeten gaan, spontane momenten met vriendinnen, de band met mama en bijna mijn huwelijk. Maar zonder de afgelopen tien jaar zou ik niet zijn wie ik nu ben; dankbaar voor het leven, af en toe onzeker omdat dat mag en iemand die zich open en kwetsbaar durft op te stellen, omdat dat ook een kracht is. Ik ben ik en dat is goed.
Bij Human Concern geloven wij dat herstellen van een eetstoornis mogelijk is. Heb jij (mogelijk) een eetstoornis? Wij helpen je graag op weg naar een toekomst zonder eetstoornis. Lees hier meer over onze behandelingen.