De eetstoornis zag zij als een vriendin: deze bood haar zekerheid en veiligheid. Zij voelde zich vertrouwd met haar. Het was bovendien een vriendin die haar niet in de steek liet. Zij moest er niet aan denken om deze relatie op te geven. Want hoe zou het leven zonder haar zijn? Kon ze dit wel aan en daarbij: hoe deed ze dat dan: normaal leven…? Toch waagde Sil (42) in 2016 de grote sprong in het diepe en zette zij deze levensgevaarlijke vriendin na zeven jaar de deur uit: “Mijn leven is sindsdien veel intenser en leuker geworden”, vertelt zij.

De trigger voor haar eetstoornis was het moment dat haar relatie verbroken werd in 2009. Deze breuk kwam hard binnen, ze had het niet aan zien komen. Sil herinnert zich het nog precies, ze schoof haar bord soep van zich af en dacht: nu ga ik het op míjn manier doen. Dat wil zeggen: wel op gezette tijden eten, maar weinig en alleen wat zij verantwoord achtte. Aan de buitenkant ging haar leven door: zij zorgde voor haar zoontje en ondernam allerlei activiteiten met hem, hij mocht er immers niet onder lijden. Verder werkte ze, sportte ze en streefde ze een actief sociaal leven na. Ze zat eigenlijk alleen stil om te eten en een kop koffie te drinken. Dit alles volgens een strak, uitgekiend programma, waar ze zich beslist aan wilde houden.

Het voelde als aanstellerij

Met haar echtgenoot probeerde ze nog relatietherapie, maar al snel veranderde dit in een persoonlijke behandeling voor haar. Na een paar sessies zei deze psycholoog, net als zijn opvolger: ‘Jij hebt een eetstoornis, ik kan je niet helpen.’ Een eetstoornis? Hoe kwamen ze erbij? Daar was zij toch te oud voor en bovendien was zij niet obsessief aan het diëten. Ze had gewoon een beetje gedoe met eten, iets waarvoor zij zich erg schaamde, het voelde als aanstellerij. Wel wist ze dat ze in de knel zat en overviel haar vaak een gevoel van hopeloosheid. Ze liet zich testen, maar zette nog steeds vraagtekens bij de officiële diagnose anorexia nervosa. Inmiddels was het 2010. Ze stemde toe in een nieuwe behandeling, eerst individueel, later in een groep. Hier voelde zij zich een buitenbeentje. In de problemen van de veelal jonge meiden herkende zij zich niet.

Voor vrienden en familie hield Sil haar geheim angstvallig verborgen. Ze droeg laagjes kleding om haar figuur te verhullen. En als er al iets over gezegd werd, wist zij het gesprek snel af te kappen. Eén vriendin wist dat zij haar vriendschap met Sil op het spel zette door ernaar te vragen, maar was bereid dit te riskeren. ‘Ik zie dat het niet goed gaat met je en ik wil er graag voor je zijn. Hoe kan ik je helpen?’, vroeg zij. Dit was de juiste snaar. Sil en haar eetstoornis mochten er zijn. Ook een andere vriend toonde zich heel betrokken en liet zij graag toe.

In 2012 gaven haar behandelaren te kennen dat zij niets meer haar voor konden doen. Sil viel nog verder terug in oude gewoonten én gewicht. Zij was niet te helpen, concludeerde ze, een heel eenzaam gevoel. Zelfs werken lukte in deze fase niet. Ook haar goede vriend nam in die tijd kort afstand omdat het hem te heftig werd. Sil voelde zich radeloos en in de steek gelaten. Haar anorexia sloeg om naar orthorexia, maar alles beter dan boulimia, want van eetbuien ging ze zich zo vervelend voelen. Ja, inmiddels had zij ook zelf in de gaten dat zij een eetstoornis had, al kreeg zij de woorden anorexia of eetstoornis nog altijd niet over haar lippen. Het was haar goede vriend die haar in het najaar van 2012 attendeerde op het bestaan van Stichting Human Concern – centrum voor eetstoornissen.

‘Ga toch leven!’

Sil: “Vanaf het eerste telefoontje naar Human Concern eind 2012 voelde het anders, goed. Ik voelde me begrepen. Mijn therapeute zei al tijdens het eerste gesprek: ‘Het gaat goed komen met jou.” Zij sprak vertrouwen in mij uit. Zelf had ik deze hoop al opgegeven, dacht dat ik ermee moest leren leven, nou ja, leven… Op ene gegeven moment zei mijn therapeute: ‘Ga toch leven!’ waarop ik bij mijn goede vriend in tranen uitbarstte en vroeg: ‘Maar hoe dan?’“

Ondertussen groeide in mij het verlangen om weer te kunnen functioneren in de maatschappij. Steeds meer ging ik me realiseren dat mijn leven werd opgeslokt door mijn vriendschap met de eetstoornis, ik vond het bovendien zwaar. De paar ‘echte’ vrienden die mij aanspraken op m’n eetstoornis gaven mij vertrouwen en het gevoel de moeite waard te zijn. Hierdoor liet ik hen langzaam dichterbij komen. Zij waren erg kritisch over mijn ongezonde vriendschap met de eetstoornis. Deze fijne mensen raakten mij af en toe diep. Hun vriendschap voelde warmer. Zij wilden geen controle over mij uitoefenen.

“In de zomer van 2016 ging ik zelf in herstel geloven. Eind september van dat jaar rondde ik mijn behandeling af. Vlak erna werd ik veertig. Ik had familie en dierbare vrienden uitgenodigd op het strand om met mij m’n verjaardag én de start van een nieuw leven te vieren. En stiekem vierde ik op dat moment ook het afscheid van mijn heftige vriendschap met anorexia en orthorexia.”

“Mijn therapeute had me meegegeven dat het nog zo’n twee jaar duurt voordat de eetstoornis uit je systeem is. Zo lang?! Inmiddels weet ik dat dit klopt. Er zijn dagen, weken dat ik niet met eten bezig ben, maar zodra ik in een moeilijke periode zit, spelen de eetstoornisgedachten weer op. Dan heb ik de neiging om voeding te gaan weglaten. Het grote verschil is dat ik er niet aan toegeef en er bovendien op vertrouw dat ik deze periode goed doorkom. Ik durf nu te voelen wat er speelt, heb de eetstoornis niet meer nodig om m’n aandacht af te leiden.”

“Soms vind ik het best heftig om zoveel te voelen. Hierdoor zijn mijn drang naar perfectie en controle, mijn gevoeligheid en onzekerheid zichtbaar geworden. Ook de boosheid naar mijzelf krijg ik steeds beter in beeld. Waarom kon ik niet zoals anderen omgaan met moeilijke dingen? Het voelen maakt ook dat ik meer tijd nodig heb om alle prikkels te verwerken. Ik ga nu sporten of even lekker naar buiten als het me veel wordt. Ik maak ook bewust tijd om juist tot stilstand te komen in plaats van maar door te draven. Eén kleine zonde sta ik mezelf nog steeds toe: al poetsend en opruimend het huis door. Het lucht me op als het huis precies zo is als ik het wil hebben.”

Leven: ingewikkeld en leuk!

“Ik vind het leven nog steeds best ingewikkeld soms, moeilijk ook, maar weet: dit hoort erbij. Er kan altijd iets gebeuren dat niet gaat zoals ik wil of hoopte. Tegelijkertijd maakt dit mijn dagen ook uitdagend en leuk. Bovendien weet ik inmiddels dat ik een sterk mens ben, dat veel aankan. Ik leef nu intens. Ik heb het goed met mijn zoon en heb een geweldige lieve, fijne vriend leren kennen die er zoveel voor me is. De controle ben ik steeds meer aan het loslaten.”

“De behandeling bij Human Concern heeft voor mij het verschil gemaakt. Ik voelde me begrepen en vond het heel fijn dat de focus niet alleen op het eten lag, maar voornamelijk op de achterliggende oorzaak. In eerdere behandelingen voelde ik me als een kind gecontroleerd. Ook de invoelende begeleiding van de diëtiste heeft me goed gedaan. In kleine stapjes hebben we grote dingen tot stand gebracht, waar ik de jaren ervoor niet aan moest denken.”

Dankzij de eetstoornis heb ik veel geleerd, maar toch kan ik nog niet zeggen dat ik er dankbaar voor ben. Ik kan er nog steeds van balen dat ik zeven jaar van mijn leven heb weggegooid. Tegen anderen die het doodeng vinden om de eetstoornis op te geven, zou ik willen zeggen: ik weet dat het doodeng is om in het diepe te springen, maar ik hoop dat je erop durft te vertrouwen dat het leven zonder eetstoornis vele malen leuker is dan met.