Mijn eetstoornis begon ongeveer 9 jaar geleden. Al ontkende ik dat toen nog glashard. Jarenlang heb ik mezelf en anderen voor de gek gehouden.

Vanbinnen voelde ik me alleen

Ik hield mezelf voor dat het allemaal wel meeviel. Dat ik regelmatig eetbuien had en me ontzettend lelijk en een mislukkeling voelde, vond ik toen misschien ook al niet echt normaal. Maar als ik gewoon zou stoppen met die stomme eetbuien zou alles goedkomen. Dan hoefde ik mijn vinger niet meer in mijn keel te steken, zou ik me beter voelen en zouden anderen me leuker vinden. Dus nam ik me keer op keer voor om gewoon normaal te gaan doen. Helaas bleek dat toch niet zo logisch en simpel als het klonk. Al die tijd leefde ik een dubbelleven. Aan de buitenkant leek alles goed te gaan; ik rondde mijn studie succesvol af, had veel vrienden, kreeg een goede baan en een leuk huis, en ik maakte de mooiste reizen. Mijn omgeving was het erover eens: ik had het allemaal goed voor elkaar. Iedereen was trots op mij en op wat ik allemaal bereikt had. Maar vanbinnen voelde ik me vaak alleen. Ik voelde me onbegrepen en baalde verschrikkelijk van mijn (in mijn ogen) dikke, lelijke lijf. Als ik eerlijk was tegen mezelf wist ik eigenlijk wel dat er iets niet helemaal lekker zat. Maar ik vond het belangrijker om de schijn op te houden naar de buitenwereld, dan om hulp te zoeken voor mijn probleem.

Altijd falen

Hulp zoeken vond ik absoluut niet nodig. Voor mijn gevoel was het bij mij ook allemaal niet zo erg. Ik kende de verhalen en foto’s van extreem dunne meiden met anorexia. Zij waren ziek en hadden hulp nodig. Ik niet. Bovendien, ik was zelf begonnen met de eetbuien en het compenseren, dus ik zou er zelf ook vanaf moeten kunnen komen. Ik wilde vooral niemand lastigvallen met mijn gedoe. Ik moest gewoon weer gezond gaan eten en normaal gaan doen. Dan zou alles goedkomen. Jarenlang heb ik dat geprobeerd, maar ik werd er alleen maar bozer en gefrustreerder door. Het lukte me gewoon niet in mijn eentje. Keer op keer moest ik concluderen dat ik weer gefaald had.

Uiteindelijk heb ik mezelf op een dag een ultimatum gesteld. Na 1 januari mocht ik niet meer mijn vinger in mijn keel steken. Als ik dat wel zou doen, moest ik hulp gaan zoeken. Een aantal weken ging het goed, maar uiteindelijk ging het toch weer mis. Na een stressvolle week op mijn werk ging ik naar de supermarkt om chocoladebollen, chips, koekjes en cola te kopen. Thuis at ik alles in één keer op en stak ik weer mijn vinger in mijn keel. Heel even luchtte dat op, maar al snel daarna voelde ik me schuldig, waardeloos en een enorme slappeling. Ik had mezelf voor de zoveelste keer teleurgesteld.

Hulp zoeken

Wel hield ik mezelf aan mijn belofte: ik moest hulp gaan zoeken. Toen ik nog in de ontkenningsfase van mijn eetstoornis zat, struinde ik regelmatig rond op allerlei eetstoorniswebsites. Op die manier raakte ik ook bekend met Human Concern. Door de prettige benadering van die organisatie stond het voor mij al vast dat áls ik hulp zou zoeken, ik bij Human Concern in behandeling wilde. Met lood in mijn schoenen ging ik met de verwijsbrief van Human Concern naar mijn huisarts. Daar vertelde ik voor het eerst in mijn leven over mijn eetstoornis. Niemand anders in mijn omgeving had ik er ooit ook maar iets over verteld, ik wilde immers altijd alles zelf doen. Een tijdje later had ik mijn intake bij Human Concern. Ik vond het heel spannend, maar iedereen daar was meteen zo lief voor me en ik voelde me meteen begrepen. De gesprekken die ik daarna had met mijn therapeute hebben me veel nieuwe inzichten gegeven en mijn leven echt veranderd.

Ik kan me nog herinneren dat mijn therapeute sprak over het omarmen van mijn eetstoornis. In eerste instantie stond ik daar nogal sceptisch tegenover. Hoe kon ik iets dat mijn leven al zoveel jaar verpestte ineens gaan omarmen? Hoe kon ik er niet tegen vechten, maar het gewoon laten zijn? Toch besloot ik het te proberen. Ik had een heel goede band met mijn therapeute en geloofde dat ze oprecht het beste met me voorhad. Ik nam me voor om het een kans te geven. Ik had zelf al zoveel geprobeerd, en niets werkte. Het was toch op z’n minst een poging waard om te luisteren naar een professional. En dan nog wel een professional die zelf ook een eetstoornis heeft gehad en ervan genezen is. Het bleek voor mij één van de belangrijkste lessen die ik zou leren. Zonder oordeel leren kijken naar mezelf en mijn eetstoornis, om zo achter de onderliggende oorzaken van mijn eetstoornis te komen. De dingen te laten zijn zoals ze zijn, en mezelf te accepteren zoals ik ben. Of zoals mijn therapeute altijd zo mooi zei: ‘Let it be, het is oké’.

Ik hoef niet langer ‘perfect’ te zijn

Als ik nu terugkijk op mijn leven met boulimia, was ik toen vooral bezig met proberen om niets fout te doen. Ik wilde perfect zijn. Mijn ‘voelsprieten’ had ik gericht op de buitenwereld. Wat denken de anderen nu van mij? Wat verwachten ze van me? Vinden ze me wel aardig? Moet ik nu iets zeggen? Maar wat als ik iets fouts of stoms zeg? Dan willen ze vast niks meer met me te maken hebben. Ik wil niet dom overkomen. Maar helemaal niks zeggen zou ook raar zijn. Verdorie, waarom schiet me geen slimme opmerking te binnen? Hoe moeilijk kan het zijn om iets nuttigs te verzinnen? Oh, ik weet echt niks. Ik heb nu al zolang mijn mond gehouden, als ik nu iets zeg, moet het wel echt iets toevoegen. Anders kan ik net zo goed nog langer mijn mond houden. Oh, wat ben ik toch stom. Ik moet echt iets bedenken nu. Maar wat?

Er ging zoveel tijd en energie zitten in het bezig zijn met wat andere mensen van me vonden. Ik stond mezelf niet toe om mezelf te zijn en van dingen te genieten. Ik wilde er graag bij horen, dus ik probeerde me zo voor te doen zoals ik dacht dat anderen zouden willen dat ik was. Erg ingewikkeld en vermoeiend. En onnodig, weet ik nu.

Ik ben jarenlang ontzettend streng geweest voor mezelf. Strenger dan wie dan ook. In mijn hoofd was dat de enige manier om geaccepteerd te worden. En dus deed ik altijd heel erg mijn best om elke vorm van kritiek op mij te kunnen vermijden. Inmiddels heb ik gelukkig geleerd dat het ook anders kan. Dat ik mezelf mag zijn. Dat ik goed ben zoals ik ben. Sterker nog, nu ik mijn verhaal gedeeld heb met familie en vrienden, krijg ik vaak te horen hoe fijn ze het vinden dat ik zoveel opener ben geworden. Dat ze het juist heel prettig vinden dat ik hen meer toelaat en betrek in mijn leven. In mijn ogen was dat echter iets wat onmogelijk leek. Ik was altijd bang dat als ik zou vertellen over mijn minder mooie kanten en mijn onzekerheden, dat ze dan niet meer met me om zouden willen gaan. Gelukkig weet ik nu beter.

Ik durf te stellen dat me dat zonder professionele hulp van Human Concern nooit was gelukt. Hulp zoeken was misschien het moeilijkste wat ik ooit in mijn leven heb gedaan, maar ook het beste. Dat gun ik iedereen!

Linda

Aanmelden behandeling bij Human Concern

Wil jij net als Linda herstellen van een eetstoornis na een jarenlange strijd? Bekijk dan hier hoe het werkt als je je wilt aanmelden voor een behandeling voor je eetstoornis bij Human Concern.