Anouk neemt ons eerst mee in de periode voor haar eetstoornis. Ze is opgegroeid in de buurt van Zwolle waar ze naar eigen zeggen een prima jeugd heeft gehad. Wel geeft ze aan dat ze vanaf kinds af aan een onzeker en angstig meisje was en altijd wel op de achtergrond bleef. Ook blijken de thema’s eten en gewicht al jong een rol te spelen. Ze zegt hierover: ‘Ik was me er nooit van bewust dat ik hier heel erg mee bezig was, maar als ik nu terugkijk was dat wel zo.’
Vriendinnen uit die tijd kunnen dat beamen. Zij zagen dat Anouk nooit tevreden was over haar uiterlijk en dat ze zich altijd aan het vergelijken was met anderen. Van de middelbare schoolperiode herinnert Anouk zich dat ze de lat altijd heel erg hoog voor zichzelf legde. Alles moest altijd goed of beter. In die tijd speelde ook veel in de familiekring van haar moeder, wat een weerslag had op het gezin en op Anouk in het bijzonder. Ze zegt: ‘Ik voelde me altijd heel verantwoordelijk voor een ander. Als ik maar met een ander bezig kon zijn en het geluk van een ander kon beïnvloeden, dan was dat voor mij goed. De situatie waar mijn moeder mee te maken had, was iets waar ik geen grip op had en dat zorgde voor veel spanning.’ Op haar 18e krijgt Anouk een vriend. ‘Eigenlijk zou ik het niet eens een relatie willen noemen, want zo voelde het alles behalve. Er speelden veel negatieve emoties en er was zelfs sprake van seksueel misbruik.’ Ze belandt op een punt waarbij zowel emotioneel als fysiek teveel van haar gevraagd wordt. Ze ervoer de pijn in haar relatie als een verdoving om met de emotionele struggles die ze had om te kunnen gaan. Het verdoven van emoties begint ze ook in andere zaken te zoeken. ‘Steeds een beetje meer sporten en steeds minder eten.‘ Op een gegeven moment slaat Anouk in dat gedrag door en er ontwikkelde zich een eetstoornis.
Het besef van een eetstoornis
Zelf heeft ze in het begin nog het idee dat ze haar zelf opgelegde eetgedrag onder controle heeft, dat dit slechts sluimerend aanwezig is en dat ze op elk moment weer terug kan gaan naar haar normale patroon. Maar als ze in de zomer van 2009 met vriendinnen op vakantie gaat, realiseert ze zich voor het eerst dat dit niet zo is en dat het niet goed met haar gaat. Het lukt haar niet om te genieten of om simpelweg blij te zijn. Als ze thuiskomt, deelt ze dit besef met haar moeder. Via de huisarts volgt ze een ambulante behandeling voor haar eetstoornis waar ook de diagnose anorexia wordt gesteld. Helaas zorgen de behandelingen er niet voor dat Anouk herstelt. Haar situatie verslechtert daarentegen en ze wordt opgenomen in een kliniek. Na anderhalf jaar van diverse behandelingen is Anouk voldoende aangesterkt en wordt het traject om van haar eetstoornis te herstellen ambulant voortgezet. Ondertussen breekt ook een nieuwe levensfase aan door te verhuizen naar Groningen en het aangaan van een studie. Hier stort ze zich volledig op en dit geeft haar een tijd lang voldoende afleiding om niet volledig terug te vallen in haar eetstoornis.
Echt hersteld blijkt Anouk helaas dus niet, want na haar studie verpleegkunde volgen meerdere periodes waarin ze terugvalt in haar eetstoornis. Zelf vertelt ze hierover: ‘Inmiddels durfde ik mezelf een expert te noemen op het gebied van negatieve gedachten die je over jezelf kunt hebben. Ik wist precies welke ongezonde patronen ik keer op keer inzette. Ik was mij er cognitief allemaal van bewust, maar ik had geen idee hoe ik daadwerkelijk mijn gedrag moest veranderen. Het voelde alsof ik mijn eetstoornis nodig had om te kunnen dealen met het leven. Het was voor mij dé manier om gevoelens te onderdrukken, mij aan te passen en te voldoen aan (zelf opgelegde) verwachtingen. Ondanks de vele vormen van therapie die ik had gehad, bleek de eetstoornis toch weer aanwezig. Jaren bleef ik mijn lijf afmatten door mijn slechte eetgewoontes en putte ik mijn lichaam volledig uit. Na de zoveelste terugval, wist ik dat ik het anders moest gaan doen. Maar hoe?’
In behandeling bij Human Concern
Anouk meldt zich als ze 28 is via de huisarts aan voor behandeling bij Human Concern. Dat wij werken met hoogopgeleide Ervaringsprofessionals spreekt haar enorm aan. Ze zegt hierover: ‘Een behandeling met inzet van ervaringsdeskundige Therapeuten, is voor mij het levende bewijs dat genezen van een eetstoornis mogelijk is. (H)erkenning, gevoel van veiligheid en gelijkwaardigheid, we hadden immers allebei ervaring met een eetstoornis, zorgden ervoor dat ik langzaam weer hoop, geloof, vertrouwen en motivatie kreeg. Een eerste stap en besef dat ik nodig had en waardoor ik mij langzaam steeds een beetje meer open durfde te stellen. Toch bleef ik in het begin het contact met mijn lichaam en mijn gevoel het liefst vermijden. En ook niet gek natuurlijk. Wanneer je worstelt met een eetstoornis is de relatie met je lichaam in veel gevallen verstoord. Dan nog niet eens gesproken over het contact met je gevoel.’