‘Ik bracht de pauze door op het toilet’
Ellen is opgegroeid in Zwolle, in een gezin met een vader, moeder en een broer. “Het was thuis een hele beschermde bubbel. We hadden het op het eerste oog vooral fijn en gezellig. Er waren wel problemen, maar daar werd niet over gepraat.” Niemand praatte over zijn of haar gevoelens, dus ook Ellen deelde niet snel wat er in haar om ging of wat ze op school meemaakte. Want op school ging het Ellen niet makkelijk af. Op de basisschool begon het pesten al en was Ellen vaak eenzaam. “Toen ik naar de middelbare school ging dacht ik alleen maar: het maakt niet uit wat er gebeurt, als het maar niet zo gaat als op de basisschool.” Toch ging ook hier het pesten de eerste paar jaren door en bracht ze haar pauze vaak alleen of op het toilet door.
De eenzaamheid en pesterijen op school brachten haar een nieuw inzicht: “als ik goed ben in afvallen, vind ik mijzelf in ieder geval nog iéts waard”. Doordat ze thuis ook niet over haar gevoelens, eenzaamheid en pesterijen durfde te praten, kreeg de eetstoornis ruimte om onzichtbaar te groeien. Hierdoor veranderde de focus die op haar eenzaamheid lag naar de eetstoornis en had ze ergens controle over. “Als ik niet lekker in mijn vel zat, was de eetstoornis het eerste wat in mij opkwam. En het fijne was dat ik er ook nog eens goed in was, in dat afvallen. Ik schaam mij er nu voor, maar toentertijd zat ik veel pro-Ana sites. Ik had veel contact met andere meisjes van de website en we waren trots op elkaar als iemand weer was afgevallen. De eetstoornis zorgde ervoor dat ik door kon gaan, als een houvast.”
Toen kwam het besef van een eetstoornis
Toch had Ellen lange tijd niet het besef dat ze een verstoorde relatie had met eten. Of beter gezegd, ze wilde zich er niet aan toe geven. “Het kwam een beetje aan het licht toen ik in de tweede klas van de middelbare school zat en er een schoolarts langskwam. Je moest hierbij een vragenlijst invullen met vragen als ‘vind je jezelf dik’. Hierbij had ik ‘ja’ aangekruist, wat de arts toen natuurlijk zorgwekkend vond.” Hierna moest ze nogmaals op gesprek komen bij de kinderarts, maar Ellen hield vol dat er niets aan de hand was. Ook thuis verzweeg ze haar problemen. “Ik deelde niet met mijn ouders wat ik daadwerkelijk voelde. Ik durfde het gewoon niet. Daarnaast dacht ik ook dat mijn probleem niet erg genoeg was om er wat over te zeggen.”